De regionale prioriteitencommissies werden zon anderhalf jaar geleden opgericht en beslissen binnen de Vlaamse gehandicaptenzorg welke personen met een handicap een prioritaire status krijgen, en dus als eerste in aanmerking komen voor een opvangplaats in een voorziening of een Persoonlijk Assistentiebudget. Er is heel wat kritiek op de werking van deze commissies, zegt Vlaams Volksvertegenwoordiger Vera Van der Borght. Er worden verschillende maten en gewichten gebruikt en er is een gebrek aan inspraak. Minister Vandeurzen bevestigt deze knelpunten en belooft beterschap.
Vera Van der Borght ondervroeg de minister van Welzijn, Jo Vandeurzen, over de werking van de regionale prioriteitencommissies. Het voorbije jaar was er immers heel wat kritiek te horen op hun werking. Zo kennen de regionale prioriteitencommissies naargelang de provincie verschillende samenstellingen, werkwijzen en beslissingsmethodes.
Gebrek aan eenvormigheid en inspraak
Vera Van der Borght: Dat gebrek aan eenduidigheid en eenvormigheid in de werking van de regionale prioriteitencommissies maakt dat heel wat personen met een handicap zich vragen stellen bij de rechtmatigheid van de beslissingen en motiveringen. De indruk ontstaat dat men in de verschillende provincies met andere maten en gewichten werkt. Een terechte kritiek die ik meermaals uitte in de Commissie Welzijn.
Personen met een handicap zijn ook allerminst te spreken over het gebrek aan inspraak en betrokkenheid bij de beraadslagingen en beslissingen van de regionale prioriteitencommissies over hun zorgvraag. Zo kunnen personen met een handicap persoonlijk niet aanwezig zijn op de vergaderingen van de regionale prioriteitencommissies om hun dossier toe te lichten of te bepleiten. Dit kan enkel gebeuren door de contactpersoon.
Vera Van der Borght: De persoon met een handicap heeft het gevoel dat hij in dat ganse proces vooral het lijdend voorwerp is en er boven zijn hoofd beslist wordt over zijn leven en toekomst. Ze moeten toekijken en zich vooral niet mengen in de behandeling van hun zorgvraag binnen de regionale prioriteitencommissies, ook al kunnen belangrijke bijkomende elementen aangereikt worden om in overweging te nemen. Zoiets is niet meer van deze tijd.
Minister bevestigt knelpunten en kondigt bijsturingen aan
In een schriftelijke vraag gericht aan Vlaams welzijnsminister Vandeurzen vroeg Vera Van der Borght naar wat de evaluatie van één jaar regionale prioriteitencommissies had opgeleverd. In zijn antwoord bevestigt de minister de aangehaalde knelpunten en komt hij tegemoet aan de kritiek. De minister kondigt enkele bijsturingen aan, zoals het optimaliseren van de gebruikte checklists, het in kaart brengen van de interprovinciale verschillen en het voorzien van de mogelijkheid dat een cliënt zijn eigen zorgvraag behartigt zonder (verplichte) tussenkomst van een contactpersoon.
Vera Van der Borght: De minister geeft aan dat de knelpunten die we in het parlement hebben aangekaart terecht zijn en dat er nu zal bijgestuurd worden. De werking van de regionale prioriteitencommissies moet beter. Het is het minste wat we kunnen doen voor de vele duizenden wachtenden die dag in dag uit hopen dat hun situatie intussen schrijnend genoeg is om dat ene verlossende bericht te krijgen dat ze eindelijk ergens terecht kunnen voor de nodige opvang en zorg.
VOOR MEER INFORMATIE
Vera Van der Borght, Vlaams Volksvertegenwoordiger Open Vld
Bron: politics.be
Vera Van der Borght ondervroeg de minister van Welzijn, Jo Vandeurzen, over de werking van de regionale prioriteitencommissies. Het voorbije jaar was er immers heel wat kritiek te horen op hun werking. Zo kennen de regionale prioriteitencommissies naargelang de provincie verschillende samenstellingen, werkwijzen en beslissingsmethodes.
Gebrek aan eenvormigheid en inspraak
Vera Van der Borght: Dat gebrek aan eenduidigheid en eenvormigheid in de werking van de regionale prioriteitencommissies maakt dat heel wat personen met een handicap zich vragen stellen bij de rechtmatigheid van de beslissingen en motiveringen. De indruk ontstaat dat men in de verschillende provincies met andere maten en gewichten werkt. Een terechte kritiek die ik meermaals uitte in de Commissie Welzijn.
Personen met een handicap zijn ook allerminst te spreken over het gebrek aan inspraak en betrokkenheid bij de beraadslagingen en beslissingen van de regionale prioriteitencommissies over hun zorgvraag. Zo kunnen personen met een handicap persoonlijk niet aanwezig zijn op de vergaderingen van de regionale prioriteitencommissies om hun dossier toe te lichten of te bepleiten. Dit kan enkel gebeuren door de contactpersoon.
Vera Van der Borght: De persoon met een handicap heeft het gevoel dat hij in dat ganse proces vooral het lijdend voorwerp is en er boven zijn hoofd beslist wordt over zijn leven en toekomst. Ze moeten toekijken en zich vooral niet mengen in de behandeling van hun zorgvraag binnen de regionale prioriteitencommissies, ook al kunnen belangrijke bijkomende elementen aangereikt worden om in overweging te nemen. Zoiets is niet meer van deze tijd.
Minister bevestigt knelpunten en kondigt bijsturingen aan
In een schriftelijke vraag gericht aan Vlaams welzijnsminister Vandeurzen vroeg Vera Van der Borght naar wat de evaluatie van één jaar regionale prioriteitencommissies had opgeleverd. In zijn antwoord bevestigt de minister de aangehaalde knelpunten en komt hij tegemoet aan de kritiek. De minister kondigt enkele bijsturingen aan, zoals het optimaliseren van de gebruikte checklists, het in kaart brengen van de interprovinciale verschillen en het voorzien van de mogelijkheid dat een cliënt zijn eigen zorgvraag behartigt zonder (verplichte) tussenkomst van een contactpersoon.
Vera Van der Borght: De minister geeft aan dat de knelpunten die we in het parlement hebben aangekaart terecht zijn en dat er nu zal bijgestuurd worden. De werking van de regionale prioriteitencommissies moet beter. Het is het minste wat we kunnen doen voor de vele duizenden wachtenden die dag in dag uit hopen dat hun situatie intussen schrijnend genoeg is om dat ene verlossende bericht te krijgen dat ze eindelijk ergens terecht kunnen voor de nodige opvang en zorg.
VOOR MEER INFORMATIE
Vera Van der Borght, Vlaams Volksvertegenwoordiger Open Vld
Bron: politics.be