Er werd zedig over gezwegen in de flamingantische pers, maar de feiten zijn er niet minder om. Op 16 april 2013 antwoordde het Europees Hof van Justitie op een prejudiciële vraag van het Belgisch grondwettelijk Hof. Daarbij oordeelde het Hof van Justite dat het septembecreet uit 1973 dat bepaalt dat alle arbeidsovereenkomsten gesloten tussen een werkgever en een werknemer in het Vlaams gewest op straf van nietigheid in het Nederlands moeten opgesteld zijn strijdig is met het vrij verkeer van werknemers in de E.U.. Op 8 mei 2013 oordeelde het Hof in dezelfde zin na een prejudiciële vraag van het Belgisch grondwettelijk Hof aangaande het beruchte grond- en pandendecreet van de Vlaamse regering, met name boek 5, getiteld wonen in eigen streek.
1) De kritiek op het septemberdecreet
Volgens het Europees Hof van Justitie kan dit decreet een afschrikwekkende werking hebben voor niet-Nederlandstalige werknemers en werkgevers en moet het perfect mogelijk zijn om naast een versie in het Nederlands ook een rechtsgeldige versie op te stellen in een door alle betrokken partijen begrepen taal. Anders gezegd, buitenlandse bedrijven uit de E.U. die zich in het Vlaams gewest vestigen, moeten hun arbeidsovereenkomsten ook in een andere taal dan het Nederlands kunnen opstellen. Het is vooralsnog onduidelijk welke gevolgen dit arrest van het Hof zal hebben op bedrijven uit het zuiden van België of Brussel die zich in het noorden willen vestigen. De kritiek op het septemberdecreet is alleszins een opsteker in de strijd tegen het flamingantische taalracisme en een smadelijke nederlaag voor de Vlaams-nationalisten.
Bovendien wordt zo bewezen dat discriminerende taalmaatregelen, waarvan de separatisten dachten dat ze sedert decennia verworven waren, met één pennentrek van tafel kunnen worden geveegd. Dat belooft dus voor de afschaffing van het ongrondwettelijke taalfederalisme.
2) Het grond- en pandendecreet is strijdig met de Europese wetgeving
Nog geen maand na het eerste arrest over het septemberdecreet sprak het Europees Hof van Justitie zich uit over het nog veel meer beruchte grond- en pandendecreet, en meer bepaald het onderdeel wonen in eigen streek.
De Vlaamse regering had in 2009 een lijst van 69 gemeenten opgesteld, vooral gelegen in het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, waar het niet toegelaten is om een woning te verwerven in een woonuitbreidingsgebied, als men geen band met de streek kan aanhalen voor een administratieve beoordelingscommissie (lees in de praktijk: wanneer men hetzij een Franstalige, hetzij een allochtoon is die onvoldoende Nederlands spreekt). In werkelijkheid is dit een toepassing van het racistische eigen volk eerst-principe.
Het is duidelijk dat deze maatregel in de eerste plaats gericht is tegen de zogenaamde verfransing en meerbepaald tegen de Franstalige Belgen. Maar ook buitenlanders en zelfs inwoners van het zogenaamde Vlaams gewest worden hierdoor getroffen.
Het Europees Hof van Justitie oordeelt nu dat dit decreet de fundamentele vrijheden van de burgers manifest inperkt en derhalve strijdig is met het Europees recht terzake. Immers, personen die niet over een voldoende band met de gemeente beschikken, komen niet in aanmerking om gronden of daarop opgerichte constructies te verwerven, te huren voor meer dan negen jaar of te bezwaren met een recht van erfpacht of opstal.
Bovendien weerhoudt het decreet burgers van de E.U. die in de gemeente een goed huren of bezitten ervan de gemeente te verlaten, om in een andere lidstaat te verblijven of te werken. Na een tijd zullen ze immers hun voldoende band met de gemeente verliezen. Ook de vrijheid van dienstverrichtingen, m.n. van vastgoedondernemingen, wordt beknot. Vastgoedondernemingen oefenen immers overal hun activiteiten uit, waardoor dit decreet hen schade berokkent. Tenslotte merkt het Hof op dat deze maatregelen een inbreuk vormen op het vrij verkeer van kapitaal. Zij ontmoedigen immers investeringen van bewoners die niet in de gemeenten wonen.
De Vlaamse regering beweerde nochtans dat het decreet de maatschappelijk zwakkeren wou beschermen en dus volledig gerechtvaardigd was. Het Hof veegde die uitleg van tafel: geen van voorwaarden rechtstreeks verband met de socio-economische aspecten van het door de Vlaamse regering aangevoerde doel uitsluitend de minst kapitaalkrachtige endogene bevolking op de vastgoedmarkt te beschermen. Aan dergelijke voorwaarden kan namelijk niet alleen worden voldaan door deze minst kapitaalkrachtige bevolking, maar ook door andere personen die over voldoende middelen beschikken en dan ook niet specifiek behoefte hebben aan sociale bescherming op die markt. Die maatregelen gaan dus verder dan noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken..
Nochtans beweerde de Vlaamse regering bij het Europees Hof van Justitie dat het om een zuiver interne situatie ging. De Vlaamse minister van Wonen, de zelfverklaarde socialiste Freya Van den Bossche (sp.a), verklaarde daarop: we moeten de regel gewoon een beetje bijstellen. Er is blijkbaar nog steeds geen vuiltje aan de lucht voor de flaminganten, ondanks het feit dat dit de zwaarste berisping is die de Vlaamse regering ooit opgelopen heeft. Sociaal zwakkeren mogen wel juridisch beschermd worden door regelgevingen die fundamentele vrijheden beperken op voorwaarde dat die gebaseerd zijn op objectieve criteria, die niet-discriminerend en vooraf kenbaar zijn. De vage en discriminerende bepalingen in het Vlaams decreet voldoen daar uiteraard niet aan. De B.U.B. houdt de situatie nauwlettend in de gaten en zal gepast optreden indien de Belgische vrijheden desgevallend opnieuw bedreigd worden.
De B.U.B. schreef al in april en september 2009 dat deze maatregel discriminerend en racistisch was en niet lang stand zou houden. Bovendien stipten we toen reeds aan dat dit decreet Europese dimensies had. De Vlaams-nationalisten zouden misschien beter soms naar onze aanbevelingen luisteren, ook daar waar het gaat om hun grondwetsschendingen en illegale staatshervormingen. Tenminste als ze vroeg of laat niet opnieuw tegen de Europese en/of Belgische lamp willen lopen...
Bron: politics.be
1) De kritiek op het septemberdecreet
Volgens het Europees Hof van Justitie kan dit decreet een afschrikwekkende werking hebben voor niet-Nederlandstalige werknemers en werkgevers en moet het perfect mogelijk zijn om naast een versie in het Nederlands ook een rechtsgeldige versie op te stellen in een door alle betrokken partijen begrepen taal. Anders gezegd, buitenlandse bedrijven uit de E.U. die zich in het Vlaams gewest vestigen, moeten hun arbeidsovereenkomsten ook in een andere taal dan het Nederlands kunnen opstellen. Het is vooralsnog onduidelijk welke gevolgen dit arrest van het Hof zal hebben op bedrijven uit het zuiden van België of Brussel die zich in het noorden willen vestigen. De kritiek op het septemberdecreet is alleszins een opsteker in de strijd tegen het flamingantische taalracisme en een smadelijke nederlaag voor de Vlaams-nationalisten.
Bovendien wordt zo bewezen dat discriminerende taalmaatregelen, waarvan de separatisten dachten dat ze sedert decennia verworven waren, met één pennentrek van tafel kunnen worden geveegd. Dat belooft dus voor de afschaffing van het ongrondwettelijke taalfederalisme.
2) Het grond- en pandendecreet is strijdig met de Europese wetgeving
Nog geen maand na het eerste arrest over het septemberdecreet sprak het Europees Hof van Justitie zich uit over het nog veel meer beruchte grond- en pandendecreet, en meer bepaald het onderdeel wonen in eigen streek.
De Vlaamse regering had in 2009 een lijst van 69 gemeenten opgesteld, vooral gelegen in het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, waar het niet toegelaten is om een woning te verwerven in een woonuitbreidingsgebied, als men geen band met de streek kan aanhalen voor een administratieve beoordelingscommissie (lees in de praktijk: wanneer men hetzij een Franstalige, hetzij een allochtoon is die onvoldoende Nederlands spreekt). In werkelijkheid is dit een toepassing van het racistische eigen volk eerst-principe.
Het is duidelijk dat deze maatregel in de eerste plaats gericht is tegen de zogenaamde verfransing en meerbepaald tegen de Franstalige Belgen. Maar ook buitenlanders en zelfs inwoners van het zogenaamde Vlaams gewest worden hierdoor getroffen.
Het Europees Hof van Justitie oordeelt nu dat dit decreet de fundamentele vrijheden van de burgers manifest inperkt en derhalve strijdig is met het Europees recht terzake. Immers, personen die niet over een voldoende band met de gemeente beschikken, komen niet in aanmerking om gronden of daarop opgerichte constructies te verwerven, te huren voor meer dan negen jaar of te bezwaren met een recht van erfpacht of opstal.
Bovendien weerhoudt het decreet burgers van de E.U. die in de gemeente een goed huren of bezitten ervan de gemeente te verlaten, om in een andere lidstaat te verblijven of te werken. Na een tijd zullen ze immers hun voldoende band met de gemeente verliezen. Ook de vrijheid van dienstverrichtingen, m.n. van vastgoedondernemingen, wordt beknot. Vastgoedondernemingen oefenen immers overal hun activiteiten uit, waardoor dit decreet hen schade berokkent. Tenslotte merkt het Hof op dat deze maatregelen een inbreuk vormen op het vrij verkeer van kapitaal. Zij ontmoedigen immers investeringen van bewoners die niet in de gemeenten wonen.
De Vlaamse regering beweerde nochtans dat het decreet de maatschappelijk zwakkeren wou beschermen en dus volledig gerechtvaardigd was. Het Hof veegde die uitleg van tafel: geen van voorwaarden rechtstreeks verband met de socio-economische aspecten van het door de Vlaamse regering aangevoerde doel uitsluitend de minst kapitaalkrachtige endogene bevolking op de vastgoedmarkt te beschermen. Aan dergelijke voorwaarden kan namelijk niet alleen worden voldaan door deze minst kapitaalkrachtige bevolking, maar ook door andere personen die over voldoende middelen beschikken en dan ook niet specifiek behoefte hebben aan sociale bescherming op die markt. Die maatregelen gaan dus verder dan noodzakelijk is om het nagestreefde doel te bereiken..
Nochtans beweerde de Vlaamse regering bij het Europees Hof van Justitie dat het om een zuiver interne situatie ging. De Vlaamse minister van Wonen, de zelfverklaarde socialiste Freya Van den Bossche (sp.a), verklaarde daarop: we moeten de regel gewoon een beetje bijstellen. Er is blijkbaar nog steeds geen vuiltje aan de lucht voor de flaminganten, ondanks het feit dat dit de zwaarste berisping is die de Vlaamse regering ooit opgelopen heeft. Sociaal zwakkeren mogen wel juridisch beschermd worden door regelgevingen die fundamentele vrijheden beperken op voorwaarde dat die gebaseerd zijn op objectieve criteria, die niet-discriminerend en vooraf kenbaar zijn. De vage en discriminerende bepalingen in het Vlaams decreet voldoen daar uiteraard niet aan. De B.U.B. houdt de situatie nauwlettend in de gaten en zal gepast optreden indien de Belgische vrijheden desgevallend opnieuw bedreigd worden.
De B.U.B. schreef al in april en september 2009 dat deze maatregel discriminerend en racistisch was en niet lang stand zou houden. Bovendien stipten we toen reeds aan dat dit decreet Europese dimensies had. De Vlaams-nationalisten zouden misschien beter soms naar onze aanbevelingen luisteren, ook daar waar het gaat om hun grondwetsschendingen en illegale staatshervormingen. Tenminste als ze vroeg of laat niet opnieuw tegen de Europese en/of Belgische lamp willen lopen...
Bron: politics.be