Quantcast
Channel: Politics.be
Viewing all articles
Browse latest Browse all 39908

BUB : Mag de koning nog iets zeggen ?

$
0
0
DE ANALYSE VAN EEN BELACHELIJKE POLEMIEKOp 24 december 2012 hield Koning Albert II zijn traditionele kersttoespraak. De laatste tijd was hij in die toespraken bijzonder mild voor flaminganten en wallinganten en hun anti-Belgische staatshervormingen.. Deze keer deed de vorst het beter door te waarschuwen tegen het populisme dat onze democratie en rechtstaat bedreigt. Hij zei dit naar aanleiding van het thema van de crisis zonder echter personen of partijen te vernoemen.

De soeverein riep ook op tot een krachtenbundeling van iedereen die een rol speelt in de Belgische samenleving, tot solidariteit met de zwakkeren in de maatschappij, tot een economisch relanceplan, een actievere politiek op het niveau van de E.U. en een krachtdadiger optreden van de internationale gemeenschap in Oost-Congo. Nochtans was de koning kop van jut bij Vlaams-nationale partijen en opiniemakers, die zich blijkbaar geviseerd voelden door deze zeer normale toespraak.

1) Klassieke Vlaams-nationale charge

Het past in de taalnationalistische en anti-Belgische traditie van de flaminganten dat de Belgische monarchie met de regelmaat van de klok aangevallen wordt. Deze systematische, denigrerende campagnes hebben steeds hetzelfde ritueel. Allereerst doet de Koning of een lid van de Koninklijke Familie een uitspraak. Vervolgens wordt deze uitspraak als “anti-Vlaams” afgeschilderd en komt ze onder vuur te liggen bij separatistische politici en hun volgelingen, m.i.v. journalisten en professoren.. Tenslotte komen die tot de conclusie dat de functie van de Koning moet herleid worden tot een louter ceremoniële taak, in afwachting uiteraard van de afschaffing ervan en de – volgens hun logica – daaropvolgende splitsing van België.

Ook nu volgen de gebeurtenissen dezelfde loop en maakten we voor de zoveelste maal een Vlaams-nationale charge tegen het koningshuis mee, die handig gevoed werd door de komkommertijd van de wintervakantie.

Het mag dan ook niet verbazen dat Bart De Wever (N-VA) in een opiniestuk in het zeer flamingantische dagblad De Standaard (27 december 2012) ervoor pleit om de Koning in 2014 uit de regeringsvorming te weren door het Kamerreglement aan te passen.

De pers voegde er tevens – als bij toeval – aan toe dat de Koning en de Koninklijke familie in 2013 – zoals wettelijk vastgelegd – meer toelagen zouden ontvangen. Dat ook de verkozen politici een zelfde indexatie van hun vergoedingen genieten, werd veel minder onderstreept. Dat de politieke partijen ook van die indexatie profiteren en nu al jaarlijks – hoewel het privé-organisaties (!) zijn – meer dan 75 miljoen euro per jaar opstrijken, wordt helemaal verzwegen.

2) Normale, algemene en onpartijdige uitspraak van de Koning

In zijn bedenkingen aangaande de crisis had de Koning zich het volgende laten ontvallen: “In de verwarde tijden die we nu meemaken moeten we waakzaam blijven, en de populistische betoogtrant helder doorzien. Altijd zoekt ze naar zondebokken voor de crisis, ofwel zijn het de vreemdelingen ofwel landgenoten uit een ander landsdeel. Zulk betoog komt vandaag vaak voor in talrijke Europese landen, ook bij ons. De crisis van de jaren dertig en de populistische reacties die ze teweegbracht mogen niet worden vergeten. Men heeft gezien welke rampzalige gevolgen dat voor onze democratieën heeft betekend”.

Merk op dat de Koning hier geen partij genoemd heeft, zelfs geen ideologie, maar enkel een “betoogtrant”. Hij heeft deze denkwijze dan nog zeer omfloerst bekritiseerd door op de gevaren ervan te wijzen en door de bevolking op te roepen dit discours te bestuderen.

Welk verantwoordelijk staatshoofd zou anders handelen? Deze woorden, ook die over de schuld die op een andere gemeenschap wordt afgewenteld, zijn volstrekt onpartijdig. Ze kunnen betrekking hebben op alle partijen van de particratie, m.i.v. de PS, de partij van de eerste minister.

3) De waarheid kwetst


Anti-Waalse" N-VA-actie met vrachtwagens vol vals geld in Henegouwen op 6 januari 2006, waarbij de Zuid-Belgen als "dieven" werden afgeschilderd - action raciste de la N-VA avec des camions remplis de fausse monnaie dans le Hainaut le 6 janvier 2006, lors de laquelle les Belges du sud ont été décrits comme des "voleurs"

De N-VA voelde zich initieel niet geviseerd (wat de meest intelligente reactie was die ze konden uiten), maar toch waren een aantal politici van hun partij, o.a. Ben Weyts – een dag later gevolgd door de voorzitter van de N-VA en de goeroe van de Vlaams-nationale sekte, Bart De Wever – alsook een belangrijk deel van de Noord-Belgische pers en de klassieke schare “opiniemakers” erbij om te opperen dat de Vlaams-nationalisten, en zelfs de “Vlamingen” (sic) in het algemeen werden geviseerd. Volgens heel het Vlaams-nationaal kamp en hun media, politicologen (o.a. Carl Devos) en zelfs constitutionalisten (zoals de flamingantische professor Vuye van de universiteit van Namen en professor Van Orshoven van de KULeuven) ging de Koning met deze stelling zijn boekje zwaar te buiten.

Niemand – op Hooghe en Blommaert na – merkte op dat de partijen die zich geviseerd voelen zonder dat ze ontkennen populistisch te zijn (zoals het “Vlaams” Belang, die beweert dat de Koning de jaren 30 “minimaliseert” (sic)) alleen daardoor al bekennen dat de Koning gelijk heeft. Waarom voelen ze zich anders aangesproken? Waar “beledigt” de Koning zogezegd de “Vlamingen” (met inbegrip van de Frans- en Zeeuws-Vlamingen?) of zelfs de kiezers van de N-VA of van het VB? Hij noemt geen enkele partij bij naam, hoewel hij dat had mogen en misschien zelfs had moeten doen. Het racisme t.o.v. andere taalgroepen wordt immers beleden door alle partijen die de regering samenstellen. In die zin kan de tekst van de Koning ook gelezen worden als een scherpe veroordeling van het taalnationalisme van de ministers van de particratie, die alweer een staatshervorming (lees: staatsafbraak) voorbereiden.

In elk geval zegt de reactie van diegene die zich door de Koninklijke uitspraak geviseerd voelen, vooral zeer veel over henzelf. De waarheid kwetst.

4) Schijnheiligheid

Ongeneerd stellen de Vlaams-nationalisten dat de Koning de Koning van alle Belgen moet zijn en dat Hij de Belgen “verdeelt” in plaats van “verenigt”. Er is echter geen enkele kritische journalist die de vraag stelt waarom separatisten zich plots bekommeren om de eenheid van België.

Het heet voorts dat de Koning politiek neutraal moet blijven, de zogenaamde “Vlamingen” schoffeert, met zijn verwijzing naar de jaren 1930, een grens overschrijdt, enz.. Zelfs de redelijk Belgisch-gezinde politicoloog Dave Sinardet was (om ‘salonfähig’ te blijven bij de Vlaams-nationale media ?) van oordeel dat de Koning te ver is gegaan. Enkel de antropoloog Jan Blommaert en Marc Hooghe, hoogleraar politieke wetenschappen, durfden het aan om de flamingantische ballon te doorprikken.

In een lezenswaardig opiniestuk wijst Hooghe erop dat in allerlei interviews ook Europees voorzitter Herman van Rompuy uitdrukkelijk gewaarschuwd voor het populisme: “Als Herman van Rompuy dat stelt, dan wordt hij geprezen als een groot Europees staatsman. Als ons staatshoofd net dezelfde waarschuwing de wereld instuurt, dan wordt hij bedolven onder bakken kritiek en wordt hij beschuldigd van partijdigheid.” Hooghe spreekt van een enorme hypocrisie en komt tot de kern van de zaak: “Alle excuses zijn tegenwoordig goed om de rol van de monarchie aan te vallen.”.

Blommaert stelt het zo: “Ik zie en hoor dus hoofdzakelijk verhitte overreacties op een uitspraak die, rationeel en sereen beschouwd, weinig reden tot opwinding zou mogen geven”. “De N-VA wijst al jaren naar de “Walen” als factoren die de crisis in Vlaanderen zo niet verergeren, dan toch verlengen of verdiepen. Dat De Wever zich niet aangesproken voelt is opmerkelijk. Want hij is de architect van dit zondebok-argument, niemand anders” “Ik zou ook graag de visie van de N-VA horen over de vijf andere punten die Koning Albert aanhaalde. Is de N-VA het bijvoorbeeld eens dat in een anticrisis-beleid veel aandacht moet gaan naar armoedebestrijding? En zo ja, hoe ziet dat er uit? Dat soort debat is moeilijker dan het goedkope schieten op Albert II – de politicus met het minste spreekrecht in dit land. Want indien de N-VA verkeerde antwoorden geeft op die fundamentele vragen, ja dan zou wel eens “een groot deel van de “Vlamingen” gekrenkt en beledigd kunnen zijn”.

Volgens de grondwetsspecialist Francis Delpérée is er traditioneel aan de Koning een rol toegekend: die van te waarschuwen, bijvoorbeeld tegen de gevaren van het populisme en van het separatisme. “Zijn toespraak“, zo Delpérée, “beantwoordt perfect aan die rol“. Immers, “de Koning kan de systematische stigmatisering van de ene gemeenschap door de andere niet dulden“.


Staf De Clercq (1884-1942), de "leider" van het Vlaams-nationalistische VNV (Vlaams Nationaal Verbond), de voorloper van de Volksunie (° 1954) en dus van de N-VA. De partij was uitgesproken fascistisch en belandde tijdens de Tweede Wereldoorlog in de collaboratie met het nationaal-socialistische Duitsland - Staf De Clercq (1884-1942), le leader du VNV (Vlaams Nationaal Verbond), le précurseur de la Volksunie (° 1954) et donc de la N-VA. Le parti était ouvertement fasciste et collaborait pendant la Deuxième Guerre Mondiale avec l'Allemagne nazie

Vinden de critici dan dat we het populisme moeten toejuichen? Ontkennen ze dat er racistische en anti-Belgische organisaties en partijen zijn die de schuld van de crisis bij vreemdelingen of bij de andere taalgroep leggen? Vinden ze dat we de jaren 1930 moeten vergeten? Ontkennen ze dat medio dat decennium (en dus nog geen eeuw geleden) heel Europa op een handvol landen na (waaronder België) hetzij door dictatoriale, hetzij door fascistische of communistische regimes bestuurd werd? Dat deze toestand in grote mate het gevolg was van de economische depressie van de jaren 1920 waarin extremistische stromingen opgeld maakten, net zoals ze dat vandaag binnen en buiten België doen? Werden toen ook niet de joden, zigeuners, andersdenkenden of zelfs andere landen schuldig bevonden aan de binnenlandse crisis?
De gevolgen zijn gekend: de volledige ineenstorting van de democratische systemen onder het Duitse imperialisme. In 1941 was er in heel continentaal Europa geen enkele democratie meer over, twee geïsoleerde en neutrale landen niet te na gesproken (Zweden en Zwitserland). Dat sommige fascistoïde partijen dat “niet belangrijk” vinden valt nog te verklaren. Erger wordt het wanneer ze daarin impliciet of expliciet worden bijgetreden door editorialisten en academici. Het nationalisme in België is blijkbaar “heilig”, “intouchable” en mag niet ter discussie staan, ongeacht de gevolgen.

Blijkbaar zijn de jaren 1930 voor de Vlaams-nationalisten slechts een detail uit de geschiedenis.

In zijn boven vermeld (zoveelste) opiniestuk in De Standaard van 27 december 2012 weerlegt de voorzitter van de N-VA, Bart De Wever, deze kritiek niet, maar probeert op een handige wijze het debat te verleggen naar de controversiële rol die Koning Leopold III tijdens de oorlog gespeeld heeft. Daarmee probeert hij de mensen in het ootje te nemen aangezien er nooit een Tweede Wereldoorlog zou geweest zijn zonder de crisis van de jaren 30.


Jan Jambon (N-VA) et/en Jean-Marie Le Pen dans les années 1990 dans le "Debatclub" flamingant à Anvers - tijdens de jaren 1990 in de flamingantische "Debatclub" te Antwerpen

Hij vergeet ook zijn politieke relatie met een zekere Jean-Marie Le Pen (jarenlang voorzitter van het racistische Front National in Frankrijk), die elkaar in 1996 op een politiek debat in Antwerpen hebben ontmoet alsook op de begrafenis van de vroegere, hyper-extremistische Vlaams Blok-voorzitter Karel Dillen in Antwerpen in 2007. Le Pen verklaarde meermaals dat de gaskamers van de Holocaust slechts een detail uit de geschiedenis waren (in 1987, 1996, 2008, 2009). Hij werd ervoor veroordeeld.

Dat het extreme nationalisme tijdens de jaren 1930 de ideologische voorbereiding van deze genocide inluidde wordt vaak vergeten.

5) Koning is niet neutraal, wel onpartijdig

Daarenboven is het onzin om te stellen dat de Koning der Belgen “boven” de politiek moet staan, niet aan politiek mag doen en “neutraal moet zijn” (bewering van prof. Vuye). De Belgische koningen doen al sinds 1831 niet-neutrale uitspraken net omdat zij zonder dit spreekrecht hun grondwettelijke taken niet kunnen vervullen. De Koning is nota bene een tak van de rechterlijke, uitvoerende en wettelijke macht. Bovendien is het krachtens zijn grondwettelijke eed (art. 91, derde lid, Belg. Grondwet) zijn plicht om de eenheid van België te verdedigen. Hoewel de grondwettelijke monarchie pas in de 19de eeuw tot stand kwam (en voor het eerst in België) schrijft de Koning zich hiermee in een lange traditie in. Zoals Hooghe het verduidelijkt: “Al sinds de vroege middeleeuwen behoort het tot de kern van de verplichtingen van een monarch dat hij het grondgebied van een land ongeschonden zal bewaren. Koning Albert past dus perfect in deze eeuwenoude traditie.”.

Van Orshoven interpreteert de neutraliteit van de Koning als volgt. De Koning mag geen uitspraken doen die betrekking hebben op partijpolitiek, maar enkel over algemene maatschappelijke thema’s. Nochtans bestonden er in 1830, toen de grondwetsartikels m.b.t. de Koning werden geschreven, geen partijen, waardoor het eerste deel van de bewering volkomen absurd is. Bovendien is populisme bij uitstek een algemeen maatschappelijk thema. De Koning heeft zich dus goed van zijn taak gekweten.

De Koning moet niet neutraal zijn. Hij mag zijn mening geven. In de praktijk doet hij dit op onpartijdige wijze, d.w.z. zonder openlijk de kant van een politieke partij of een andere privé-organisatie te kiezen. Deze houding vloeit voort uit het feit dat hij de hele Belgische Natie incarneert en niet één partij. Het is evenwel geen wettelijke verplichting. Zo heeft de Koning net als elke Belg stemrecht, maar verzaakt hij daar steeds aan. Het spreekt voor zich dat de Koning het recht en zelfs de plicht heeft om anti-Belgische stromingen en zelfs partijen te veroordelen.

Wanneer men in de rechtsleer verwijst naar de neutraliteit van de Koning, die niet, zoals Vuye of Van Orshoven dat verkeerdelijk stelt, op een “wet” is gesteund, heeft dit betrekking op zijn bijzondere en onpartijdige positie binnen het (partij)politieke landschap en de staatsinstellingen, niet naar het feit dat zijn handelingen of daden neutraal zouden moeten zijn. Indien dat zo zou zijn, zou hij moeten verzaken aan zijn grondwettelijke eed en – sterker nog – zijn functie in het kader van de rechterlijke, uitvoerende en wetgevende macht niet kunnen vervullen. Een scheidsrechter in een sportwedstrijd is ook neutraal, maar dat betekent niet dat hij geen stellingen mag innemen, integendeel.

Kortom, constitutionalisten als Vuye en Van Orshoven verwarren opzettelijk “neutraliteit” met “passiviteit”. Bovendien heeft de koning, zoals we hiervoor gezien hebben, de plicht om de eenheid van het land te verdedigen.

Bovendien kan de koning volgens de Grondwet geen handeling stellen zonder dat een minister verantwoordelijk is (art. 63 en 106, Belg. Grondwet).. Het is bijgevolg onzin om te stellen dat het de Koning is die buiten het constitutionele kader is getreden. Zulk een kritiek klinkt overigens wel erg cynisch, gelet op het feit dat de particratie om haar anti-Belgische staatshervorming – die bestaat uit de splitsing van BHV, de financieringswet, de quasi-afschaffing van de Senaat, de splitsing van talloze federale bevoegdheden – door te voeren, zelf met medeweten van diezelfde critici de grondwet overtreedt (opschorting art. 195 Belg. grondwet, zie onze tekst daaromtrent).

6) Absurde logica

De Vlaams-nationalisten verwijten aan de Koning der Belgen dat hij hen niet vertegenwoordigd. Deze stelling is dubbel absurd. Ten eerste kan de Koning der Belgen, gelet op zijn grondwettelijke rol, geen separatisten vertegenwoordigen. Hij moet immers de eenheid van België bewaren. Ten tweede zou het absurd zijn dat de Koning zichzelf censureert om een kleine (separatistische) minderheid van de Belgische bevolking tevreden te stellen aangezien heel wat Belgen (waarschijnlijk een meerderheid, gelet ook op het gebrek van afkeurende reacties bij de traditionele partijen) de uitspraak van de Koning wel onderschrijven. Zou hij al die Belgische burgers dan te kort moeten doen? Absoluut niet.

Koning der Belgen zijn betekent niet dat de soeverein alle daden van alle Belgen moet goedkeuren. Zoniet, zou hij ook fraude, diefstal en oplichterij moeten toejuichen. Dat is natuurlijk volkomen absurd.

7) Uitspraken over Congo

Tenslotte moeten al die verontwaardigde politici, opiniemakers en journalisten – de Belgische bevolking heeft wel andere problemen – eens uitleggen waarom zij in alle talen zwijgen over de andere uitspraken van de vorst, bijvoorbeeld die over Congo. De Koning zei hieromtrent:

“Ten slotte, en ondanks zoveel ernstige zorgen in onze landen, moeten we open staan voor wat er in de rest van de wereld gebeurt, voornamelijk daar waar wij enige invloed kunnen doen gelden. Zo, ben ik geschokt door de drama’s die de bevolking van Oost-Congo blijft doorstaan en die zoveel geweld en talloze vluchtelingen teweegbrengen, maar ook door het feit dat de onschendbaarheid van het Congolese grondgebied niet wordt geëerbiedigd. Bovendien is de recente moordaanslag op Dokter Mukwege, die het lijden van zoveel vrouwen in die regio verlichte, en in 2010 de Koning Boudewijnprijs ontving, een dramatische illustratie van die tragedie. Al deze ontwikkelingen mogen ons niet onverschillig laten.”

De Koning roept hier op de onschendbaarheid van het Congolese grondgebied. Men zou dat kunnen interpreteren als een keuze vóór de Congolese regering. In dat geval gaat het allesbehalve om een ‘neutrale’ uitspraak. Maar dat vinden de critici blijkbaar geen probleem. M.a.w. hun kritiek is hypocriet en populistisch in die zin dat ze er alleen op gericht is opnieuw en tot vervelens toe één van de belangrijkste symbolen van België – namelijk de Koning – aan te vallen.

8 ) Besluit

De Koning der Belgen heeft op 24 december 2012 eindelijk weer een eenheidsgerichte toespraak gehouden, waarbij hij terecht wees op de gevaren van het populisme. Voor de B.U.B. mag hij echter gerust nog verder gaan door de staatshervormingen te typeren als uitingen van populisme en taalnationalisme.

Bron: politics.be

Viewing all articles
Browse latest Browse all 39908