22 Vlaamse bedrijven en organisaties vormen een recorddelegatie op de internationale lucht- en ruimtevaartbeurs van Le Bourget die gisteren van start ging in Parijs. Van die gelegenheid wil de N-VA gebruik maken om haar oproep te herhalen om de historische scheeftrekking in de Belgische overheidsinvesteringen voor ruimtevaart recht te trekken. Hiervoor moet dringend werk gemaakt worden van een formeel overlegorgaan voor de gemeenschappen.
In Vlaanderen verenigt de Vlaamse Ruimtevaartindustrie (VRI) 28 bedrijven en kennisinstellingen actief in de ruimtevaartsector, goed voor een omzet van ruim 250 miljoen euro en een tewerkstelling van 1200-1500 mensen. De kleine maar ambitieuze sector groeit ondanks de crisis zon 5 procent per jaar en herbergt hoogtechnologische bedrijven gefocust op innovatie en internationale groei. Bovendien kan de sector een drievoudige return on investment laten optekenen.
"De Vlaamse ruimtevaartindustrie doet het opvallend goed, maar krijgt minder kansen door achterhaalde beslissingen uit het verleden", stelt Vlaams fractieleider Matthias Diependaele.
Historische scheeftrekking
Het Belgisch ruimtevaartbeleid was historisch gezien vooral een Franstalige aangelegenheid, maar het is duidelijk dat het zwaartepunt van bedrijven en kennisinstellingen actief in deze sector ondertussen in Vlaanderen ligt.
De federale overheid had in 2012 een investeringsbudget van maar liefst 195 miljoen euro veil wat betreft de ruimtevaart, voornamelijk gericht op Europese projecten binnen ESA (European Space Agency). We stellen vast dat in de periode 2008-2011 slechts 42 procent van deze middelen terug naar het Vlaams Gewest vloeide. Het is duidelijk dat de federale overheid onvoldoende rekening houdt met de specifieke noden en belangen van de Vlaamse ruimtevaartindustrie. De Vlaamse industrie legt zich immers vooral toe op nichemarkten en zou vooral gebaat zijn met kleinere ruimtevaartmissies, terwijl de federale overheid steevast intekent op grote ESA-programmas op maat van Brussel en Wallonië.
In 2001 werd al in Europees kader bepaald dat Vlaanderen volgens economisch gewicht aanspraak zou moeten maken op ten minste 55,4 procent van de investeringen. Vandaag de dag zitten we hier nog verder onder en valt er zelfs achteruitgang op te tekenen.
"De sector loopt op deze manier belangrijke budgetten mis en wordt zo gefnuikt in haar groei", zegt Diependaele.
Ruimtevaartbeleid op maat
"Het strategisch overleg (COORSPACE) tussen de gemeenschappen en de federale overheid is sinds 2008 om onbekende redenen niet meer samengekomen met alle gevolgen van dien. We roepen dan ook op hier dringend werd van te maken. Dergelijk overlegorgaan kan meteen ook garant staan voor het bepalen van een billijke verdeelsleutel. In een volgende fase moet de hele bevoegdheid geregionaliseerd worden om beleid op maat te garanderen", besluit Matthias Diependaele.
Contactinfo:
Ferry Comhair, Woordvoerder N-VA-fractie Vlaams Parlement
E-post: ferry.comhair@vlaamsparlement.be
Auteur(s):
Matthias Diependaele, Fractieleider Vlaams Parlement
Thema('s): Economie, werk & ondernemen, Wetenschap & innovatie
Bron: politics.be
In Vlaanderen verenigt de Vlaamse Ruimtevaartindustrie (VRI) 28 bedrijven en kennisinstellingen actief in de ruimtevaartsector, goed voor een omzet van ruim 250 miljoen euro en een tewerkstelling van 1200-1500 mensen. De kleine maar ambitieuze sector groeit ondanks de crisis zon 5 procent per jaar en herbergt hoogtechnologische bedrijven gefocust op innovatie en internationale groei. Bovendien kan de sector een drievoudige return on investment laten optekenen.
"De Vlaamse ruimtevaartindustrie doet het opvallend goed, maar krijgt minder kansen door achterhaalde beslissingen uit het verleden", stelt Vlaams fractieleider Matthias Diependaele.
Historische scheeftrekking
Het Belgisch ruimtevaartbeleid was historisch gezien vooral een Franstalige aangelegenheid, maar het is duidelijk dat het zwaartepunt van bedrijven en kennisinstellingen actief in deze sector ondertussen in Vlaanderen ligt.
De federale overheid had in 2012 een investeringsbudget van maar liefst 195 miljoen euro veil wat betreft de ruimtevaart, voornamelijk gericht op Europese projecten binnen ESA (European Space Agency). We stellen vast dat in de periode 2008-2011 slechts 42 procent van deze middelen terug naar het Vlaams Gewest vloeide. Het is duidelijk dat de federale overheid onvoldoende rekening houdt met de specifieke noden en belangen van de Vlaamse ruimtevaartindustrie. De Vlaamse industrie legt zich immers vooral toe op nichemarkten en zou vooral gebaat zijn met kleinere ruimtevaartmissies, terwijl de federale overheid steevast intekent op grote ESA-programmas op maat van Brussel en Wallonië.
In 2001 werd al in Europees kader bepaald dat Vlaanderen volgens economisch gewicht aanspraak zou moeten maken op ten minste 55,4 procent van de investeringen. Vandaag de dag zitten we hier nog verder onder en valt er zelfs achteruitgang op te tekenen.
"De sector loopt op deze manier belangrijke budgetten mis en wordt zo gefnuikt in haar groei", zegt Diependaele.
Ruimtevaartbeleid op maat
"Het strategisch overleg (COORSPACE) tussen de gemeenschappen en de federale overheid is sinds 2008 om onbekende redenen niet meer samengekomen met alle gevolgen van dien. We roepen dan ook op hier dringend werd van te maken. Dergelijk overlegorgaan kan meteen ook garant staan voor het bepalen van een billijke verdeelsleutel. In een volgende fase moet de hele bevoegdheid geregionaliseerd worden om beleid op maat te garanderen", besluit Matthias Diependaele.
Contactinfo:
Ferry Comhair, Woordvoerder N-VA-fractie Vlaams Parlement
E-post: ferry.comhair@vlaamsparlement.be
Auteur(s):
Matthias Diependaele, Fractieleider Vlaams Parlement
Thema('s): Economie, werk & ondernemen, Wetenschap & innovatie
Bron: politics.be