Op voorstel van minister-president Kris Peeters keurde de Vlaamse regering vandaag, vrijdag 5 juli 2013, de uitvoeringsbesluiten op het Bankenplan goed. Na de decreetwijziging die op 3 juli 2013 werd aangenomen in het Vlaams parlement, wordt met deze beslissing van de Vlaamse regering de weg vrijgemaakt voor de waarborging van nieuwe financieringsinstrumenten. Heel concreet zullen nog in 2013 voor 1,1 miljard aan KMO-fondsen opgericht worden.
De economische crisis maakt dat ondernemingen in moeilijker omstandigheden opereren, en al geruime tijd zijn er dan ook signalen van KMO-ondernemers dat het moeilijker geworden is aan kredieten te geraken, of dat ze meer zekerheden dienen voor te leggen bij het indienen van hun kredietdossier. Door de invoering van de strengere Basel II en III regelgevingen, zijn veel banken namelijk voorzichtiger geworden met activiteiten die een hoger kapitaalbeslag met zich meebrengen zoals lange termijnkredietverlening en kredietverlening aan KMOs.
De besluiten die de Vlaamse regering vandaag heeft goedgekeurd op initiatief van minister-president Peeters, geven uitvoering aan de nieuwe bepalingen in het decreet op Gigarant, zoals voorzien in het Bankenplan. In het Bankenplan zijn enkele instrumenten opgenomen, die met behulp van de Gigarant-waarborgregeling de lange termijnkredietverlening aan ondernemingen en organisaties ondersteunen. Het gaat om:
1) De waarborging in het kader van ondernemingsfondsen;
2) De waarborging in het kader van investeringsfondsen voor semi-publieke infrastructuurinvesteringen in zorg/huisvesting/onderwijs of PPS-projecten;
3) De waarborging van kwaliteitsvolle kredietportefeuilles.1) KMO-fondsen
De vier grootbanken (BNP Paribas, Fortis, KBC, Belfius en ING) hebben zich akkoord verklaard om nog dit jaar voor 1,1 miljard euro aan zogenaamde KMO-fondsen te lanceren. Daarmee engageren de banken zich om deze 1,1 miljard euro aan middelen voor de KMO-fondsen in de toekomst in de markt op te halen (en in afwachting deze middelen desgevallend zelf te voorzien). Daarna zullen deze middelen prioritair aangewend worden voor lange termijn kredietverlening (met een looptijd van 5 tot 15 jaar) aan KMOs en grote ondernemingen.
Van deze 1,1 miljard euro beogen de financiële instellingen tot dusver zelf 75 miljoen euro in te brengen als eerste verliesbuffer. Nadien zou een tweede veiligheidsbuffer volgen ter waarde van 75 miljoen euro door de financiële instellingen, die door Gigarant zou worden gewaarborgd.
Er wordt thans ook overlegd met de Federale Regering omtrent de vraag of de banken de middelen die zij zullen ophalen via de thematische volksleningen, ook deels mogen aanwenden om in KMO-fondsen te investeren.
De KMO-fondsen worden zodanig gestructureerd dat de uitwerking nauw aansluit bij de bestaande werkwijze binnen de financiële sector, waarbij portefeuilles aan lokale ondernemingskredieten worden omgezet in obligaties.
2) Investeringsfondsen voor semipublieke infrastructuurinvesteringen in zorg/huisvesting/onderwijs of PPS-projecten
Naar analogie van de KMO-fondsen, kunnen ook investeringsfondsen voor semipublieke infrastructuurinvesteringen in zorg/huisvesting/onderwijs of PPS-projecten worden gecreëerd.
3) Kwaliteitsvolle kredietportefeuilles van Vlaamse KMOs
Bij het verlenen van waarborgen voor kwaliteitsvolle kredietportefeuilles van banken, zullen de banken zich engageren om de middelen die hierdoor qua kapitaalbeslag vrijkomen terug aan te wenden in de lokale economie.
De Besluiten van de Vlaamse regering die vandaag werden goedgekeurd, op initiatief van minister-president Peeters, brengen de teksten in overeenstemming met het decreet op het vlak van definities en begrippen. De belangrijkste concrete bepalingen die in het BVR worden geregeld zijn :
* Waarborgpercentage: waarborg kan tot 80% gaan in geval van de waarborging van een kwalitatieve portefeuille en tot 100% in geval van de waarborging van een tweede verliesbuffer van ondernemingsfondsen of infrastructuurfondsen;
* Definiëring maximale looptijd: voor een ondernemingsfonds voorzien we drie jaar om de kredietportefeuille op te bouwen gevolgd door maximaal 15 jaar voor de terugbetaling (of ook in totaal 18 jaar), terwijl we voor de infrastructuurfondsen uitgaan van 30 jaar gezien de langere financieringslooptijd van de onderliggende projecten;
* Alle waarborgen hoger dan 10.000.000 euro moeten voorafgaandelijk goedgekeurdworden door de Vlaamse regering.
Het is onontbeerlijk dat er op een verantwoorde manier krediet wordt verstrekt aan onze bedrijven, ook over een lange termijn. Bedrijven moeten kunnen investeren, om Vlaanderen zo mee uit de crisis te trekken. Want een belangrijke groep Vlaamse KMOs wil ondanks de crisis investeringen uitvoeren. Ik ben dan ook tevreden dat de banksector deze economische dynamiek in Vlaanderen met de KMO-fondsen zo maximaal mogelijk wenst te ondersteunen, aldus minister-president Peeters.
Na deze principiële beslissing wordt advies ingewonnen bij de Raad van State. Na het zomerreces kan de Vlaamse regering de uitvoeringsbesluiten definitief goedkeuren en kunnen de KMO-fondsen van start gaan.
Algemene persinformatie:
Luc De Seranno, woordvoerder minister-president Peeters
Bron: politics.be
De economische crisis maakt dat ondernemingen in moeilijker omstandigheden opereren, en al geruime tijd zijn er dan ook signalen van KMO-ondernemers dat het moeilijker geworden is aan kredieten te geraken, of dat ze meer zekerheden dienen voor te leggen bij het indienen van hun kredietdossier. Door de invoering van de strengere Basel II en III regelgevingen, zijn veel banken namelijk voorzichtiger geworden met activiteiten die een hoger kapitaalbeslag met zich meebrengen zoals lange termijnkredietverlening en kredietverlening aan KMOs.
De besluiten die de Vlaamse regering vandaag heeft goedgekeurd op initiatief van minister-president Peeters, geven uitvoering aan de nieuwe bepalingen in het decreet op Gigarant, zoals voorzien in het Bankenplan. In het Bankenplan zijn enkele instrumenten opgenomen, die met behulp van de Gigarant-waarborgregeling de lange termijnkredietverlening aan ondernemingen en organisaties ondersteunen. Het gaat om:
1) De waarborging in het kader van ondernemingsfondsen;
2) De waarborging in het kader van investeringsfondsen voor semi-publieke infrastructuurinvesteringen in zorg/huisvesting/onderwijs of PPS-projecten;
3) De waarborging van kwaliteitsvolle kredietportefeuilles.1) KMO-fondsen
De vier grootbanken (BNP Paribas, Fortis, KBC, Belfius en ING) hebben zich akkoord verklaard om nog dit jaar voor 1,1 miljard euro aan zogenaamde KMO-fondsen te lanceren. Daarmee engageren de banken zich om deze 1,1 miljard euro aan middelen voor de KMO-fondsen in de toekomst in de markt op te halen (en in afwachting deze middelen desgevallend zelf te voorzien). Daarna zullen deze middelen prioritair aangewend worden voor lange termijn kredietverlening (met een looptijd van 5 tot 15 jaar) aan KMOs en grote ondernemingen.
Van deze 1,1 miljard euro beogen de financiële instellingen tot dusver zelf 75 miljoen euro in te brengen als eerste verliesbuffer. Nadien zou een tweede veiligheidsbuffer volgen ter waarde van 75 miljoen euro door de financiële instellingen, die door Gigarant zou worden gewaarborgd.
Er wordt thans ook overlegd met de Federale Regering omtrent de vraag of de banken de middelen die zij zullen ophalen via de thematische volksleningen, ook deels mogen aanwenden om in KMO-fondsen te investeren.
De KMO-fondsen worden zodanig gestructureerd dat de uitwerking nauw aansluit bij de bestaande werkwijze binnen de financiële sector, waarbij portefeuilles aan lokale ondernemingskredieten worden omgezet in obligaties.
2) Investeringsfondsen voor semipublieke infrastructuurinvesteringen in zorg/huisvesting/onderwijs of PPS-projecten
Naar analogie van de KMO-fondsen, kunnen ook investeringsfondsen voor semipublieke infrastructuurinvesteringen in zorg/huisvesting/onderwijs of PPS-projecten worden gecreëerd.
3) Kwaliteitsvolle kredietportefeuilles van Vlaamse KMOs
Bij het verlenen van waarborgen voor kwaliteitsvolle kredietportefeuilles van banken, zullen de banken zich engageren om de middelen die hierdoor qua kapitaalbeslag vrijkomen terug aan te wenden in de lokale economie.
De Besluiten van de Vlaamse regering die vandaag werden goedgekeurd, op initiatief van minister-president Peeters, brengen de teksten in overeenstemming met het decreet op het vlak van definities en begrippen. De belangrijkste concrete bepalingen die in het BVR worden geregeld zijn :
* Waarborgpercentage: waarborg kan tot 80% gaan in geval van de waarborging van een kwalitatieve portefeuille en tot 100% in geval van de waarborging van een tweede verliesbuffer van ondernemingsfondsen of infrastructuurfondsen;
* Definiëring maximale looptijd: voor een ondernemingsfonds voorzien we drie jaar om de kredietportefeuille op te bouwen gevolgd door maximaal 15 jaar voor de terugbetaling (of ook in totaal 18 jaar), terwijl we voor de infrastructuurfondsen uitgaan van 30 jaar gezien de langere financieringslooptijd van de onderliggende projecten;
* Alle waarborgen hoger dan 10.000.000 euro moeten voorafgaandelijk goedgekeurdworden door de Vlaamse regering.
Het is onontbeerlijk dat er op een verantwoorde manier krediet wordt verstrekt aan onze bedrijven, ook over een lange termijn. Bedrijven moeten kunnen investeren, om Vlaanderen zo mee uit de crisis te trekken. Want een belangrijke groep Vlaamse KMOs wil ondanks de crisis investeringen uitvoeren. Ik ben dan ook tevreden dat de banksector deze economische dynamiek in Vlaanderen met de KMO-fondsen zo maximaal mogelijk wenst te ondersteunen, aldus minister-president Peeters.
Na deze principiële beslissing wordt advies ingewonnen bij de Raad van State. Na het zomerreces kan de Vlaamse regering de uitvoeringsbesluiten definitief goedkeuren en kunnen de KMO-fondsen van start gaan.
Algemene persinformatie:
Luc De Seranno, woordvoerder minister-president Peeters
Bron: politics.be