Ook ik kan ernstig zijn
Niemand had er meer belang bij de agenda van de federale regering leeg te maken, dan premier Elio Di Rupo, Hij moet dringend op pad om de socialistische kiezers ervan te overtuigen dat hij een van hen is gebleven.
Als je ziet hoe de federale regering zware dossiers voor zich uit schuift, lijkt het alsof tijd voor haar geen rol speelt. Het verhaal van de niet-startende benoemingstrein getuigt van onbehoorlijk bestuur en is beschamend. Niet alleen blijken overheidsbedrijven alleen te kunnen worden geleid door zetbazen van de coalitiepartijen. Ze worden ook nog eens maandenlang lamgelegd door onzekerheid. Hetzelfde geldt voor de discussie over de concurrentiekracht. Het debat blijft verlamd. Alsof er niet iedere dag banen op het spel staan.
Het leek nochtans dat Di Rupos ploeg onder stoom was gekomen. De zesde staatshervorming, de begroting, de troonswisseling, de politiehervorming: het ging er allemaal op een drafje door. Het frisse elan lijkt, nu het zomerreces begint, alweer gebroken.
De methode-Di Rupo is maar aantrekkelijk als ze finaal resultaten oplevert. Tot het zover is, vormt ze een tot razernij leidende slakkengang. Ook toen hij nog PS-voorzitter was tekende dat zijn aanpak, bijvoorbeeld bij het bezweren van de vele schandalen die zijn partij teisterden: wachten en wachten tot de puzzelstukken dicht genoeg bij elkaar liggen en dan in een ommezien toeslaan.
Par roi interposé
Eerst moet de dis gevuld worden met ingrediënten. Agrandir lassiette, heet dat. Als er met voldoende elementen kan worden geschoven, kan zich een compromis aftekenen dat voorheen onvindbaar was. Dan slaat het uur van glorie en zelfbewieroking, al dan niet par roi interposé. Maar als, zoals nu, het akkoord uitblijft, is het effect vernietigend. Dan wordt het bewijs geleverd dat het in dit land al stilstand en blokkering blijft zolang de PS er iets mee te maken heeft. En net die indruk is de doodsvijand van deze coalitie.
Het merkwaardige is dat niemand meer belang heeft bij het leegmaken van de federale agenda dan Elio Di Rupo zelf. Hij moge dan populairder zijn dan ooit, zijn partij verkeert in crisis. Terwijl de Vlaamse oppositie fulmineert over een door de PS gedomineerde belastingregering, zien de socialistische kiezers bezuiden de taalgrens slechts inlevering en sociale achteruitgang. Om de schade te beperken, moet de premier, na orde op zaken te hebben gesteld op het federale slagveld, op pad om de achterban te bezweren dat hij altijd een van hen is gebleven. Hij moet het er, zoals Louis Tobback in de schandaalverkiezingen van 1995, in rammen: de enige garantie voor het behoud van de sociale verworvenheden is hijzelf. Voor een andere, meer subtiele strategie is er geen tijd.
De PS kampt vanuit een verliezende positie, niet alleen op basis van de peilingen. De generatiewissel in Brussel, waar zowel Charles Picqué als Philippe Moureaux van het voorplan verdwijnt, kost haast zeker een zetel. En door de bevolkingsevolutie verschuiven twee zetels van Henegouwen naar Waals-Brabant en Namen. Dat waren twee solide socialistische mandaten in het kerngebied van de PS. De kans dat ze dat blijven, is nihil. Dat staat nog los van een eventueel tegenvallende uitslag.
Het grote schrikbeeld is dat Di Rupo wel groot persoonlijk succes haalt, maar dat zijn partij haar greep op het spel verliest, zoals de CVP van Jean-Luc Dehaene overkwam bij de dioxineverkiezingen van 1999. Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen is al gebleken dat de concurrerende partijen geen schroom meer hebben om zulke situaties uit te buiten.
De te volgen man is Didier Reynders. Hij heeft in 2007 al met dat bijltje gehakt. Een nietsontziende anti-PS-campagne leverde hem nipt het marktleiderschap in Wallonië en Brussel op. Van toen dateert zijn adagium dat regeren zonder de PS op zich al een staatshervorming is. Het strategisch vermogen om dat in te zien ontbrak echter bij het kartel CD&V/N-VA, en vooral bij de junior partner van toen. Het is ironisch dat de partij die gebouwd is op de mantra dat met de PS geen land te bezeilen valt, zich toen toch liet bijhalen. Voor zover daar een redenering achter stak, kan het slechts verrottingsstrategie zijn geweest. Dat is ook strategie, natuurlijk.
Verscheurd contract
Reynders wil zelf de PS in Brussel onttronen. Hij is op korte tijd al twee keer in Antwerpen gesignaleerd. Geruchten over toenadering met de N-VA noopten hem enkele maanden geleden tot een strategische terugtocht, maar intussen voelt hij zich blijkbaar sterk genoeg. Liesbeth Homans, de rechterhand van Bart De Wever in Antwerpen, verborg deze week in De Ochtend niet dat één krachtige factor de twee partijen verbindt: hun afkeer van de PS.
Vanzelfsprekend is er de kleine complicatie dat Reynders niet meer de voorzitter van de MR is. Die titel moest hij na een paleisrevolutie aan Charles Michel laten. Wat die twee heren op het persoonlijke vlak ook moge scheiden, hun houding tegenover de PS verbindt hen. Charles Michel en niemand anders was er in 2004 de oorzaak van dat Elio Di Rupo verplicht was een getekend contract tussen zijn voorganger Philippe Busquin en Louis Michel, de vader van Charles, te verscheuren. Dat legde vast dat hun beider partijen op alle niveaus samen zouden regeren. Maar de haat van de PS-kaders tegen Michel jr., die met jeugdige overmoed ten strijde was getrokken tegen de PS-almacht in de intercommunales, was zo visceraal dat Di Rupo zijn woord wel moest breken. Die factuur staat nog open.
Terwijl de Vlaamse kiezers in de ban blijven van de framing dat de PS in België alles bepaalt, is de partij van Elio Di Rupo de meest bedreigde van het moment. Imperia gaan niet in een lineair proces ten onder. Een voor een vallen stenen uit de oninneembare muur. Ogenschijnlijk verandert er niets. Tot het verzwakte bouwwerk plots instort.
Tot zover je mij begrijpt
Niemand had er meer belang bij de agenda van de federale regering leeg te maken, dan premier Elio Di Rupo, Hij moet dringend op pad om de socialistische kiezers ervan te overtuigen dat hij een van hen is gebleven.
Als je ziet hoe de federale regering zware dossiers voor zich uit schuift, lijkt het alsof tijd voor haar geen rol speelt. Het verhaal van de niet-startende benoemingstrein getuigt van onbehoorlijk bestuur en is beschamend. Niet alleen blijken overheidsbedrijven alleen te kunnen worden geleid door zetbazen van de coalitiepartijen. Ze worden ook nog eens maandenlang lamgelegd door onzekerheid. Hetzelfde geldt voor de discussie over de concurrentiekracht. Het debat blijft verlamd. Alsof er niet iedere dag banen op het spel staan.
Het leek nochtans dat Di Rupos ploeg onder stoom was gekomen. De zesde staatshervorming, de begroting, de troonswisseling, de politiehervorming: het ging er allemaal op een drafje door. Het frisse elan lijkt, nu het zomerreces begint, alweer gebroken.
De methode-Di Rupo is maar aantrekkelijk als ze finaal resultaten oplevert. Tot het zover is, vormt ze een tot razernij leidende slakkengang. Ook toen hij nog PS-voorzitter was tekende dat zijn aanpak, bijvoorbeeld bij het bezweren van de vele schandalen die zijn partij teisterden: wachten en wachten tot de puzzelstukken dicht genoeg bij elkaar liggen en dan in een ommezien toeslaan.
Par roi interposé
Eerst moet de dis gevuld worden met ingrediënten. Agrandir lassiette, heet dat. Als er met voldoende elementen kan worden geschoven, kan zich een compromis aftekenen dat voorheen onvindbaar was. Dan slaat het uur van glorie en zelfbewieroking, al dan niet par roi interposé. Maar als, zoals nu, het akkoord uitblijft, is het effect vernietigend. Dan wordt het bewijs geleverd dat het in dit land al stilstand en blokkering blijft zolang de PS er iets mee te maken heeft. En net die indruk is de doodsvijand van deze coalitie.
Het merkwaardige is dat niemand meer belang heeft bij het leegmaken van de federale agenda dan Elio Di Rupo zelf. Hij moge dan populairder zijn dan ooit, zijn partij verkeert in crisis. Terwijl de Vlaamse oppositie fulmineert over een door de PS gedomineerde belastingregering, zien de socialistische kiezers bezuiden de taalgrens slechts inlevering en sociale achteruitgang. Om de schade te beperken, moet de premier, na orde op zaken te hebben gesteld op het federale slagveld, op pad om de achterban te bezweren dat hij altijd een van hen is gebleven. Hij moet het er, zoals Louis Tobback in de schandaalverkiezingen van 1995, in rammen: de enige garantie voor het behoud van de sociale verworvenheden is hijzelf. Voor een andere, meer subtiele strategie is er geen tijd.
De PS kampt vanuit een verliezende positie, niet alleen op basis van de peilingen. De generatiewissel in Brussel, waar zowel Charles Picqué als Philippe Moureaux van het voorplan verdwijnt, kost haast zeker een zetel. En door de bevolkingsevolutie verschuiven twee zetels van Henegouwen naar Waals-Brabant en Namen. Dat waren twee solide socialistische mandaten in het kerngebied van de PS. De kans dat ze dat blijven, is nihil. Dat staat nog los van een eventueel tegenvallende uitslag.
Het grote schrikbeeld is dat Di Rupo wel groot persoonlijk succes haalt, maar dat zijn partij haar greep op het spel verliest, zoals de CVP van Jean-Luc Dehaene overkwam bij de dioxineverkiezingen van 1999. Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen is al gebleken dat de concurrerende partijen geen schroom meer hebben om zulke situaties uit te buiten.
De te volgen man is Didier Reynders. Hij heeft in 2007 al met dat bijltje gehakt. Een nietsontziende anti-PS-campagne leverde hem nipt het marktleiderschap in Wallonië en Brussel op. Van toen dateert zijn adagium dat regeren zonder de PS op zich al een staatshervorming is. Het strategisch vermogen om dat in te zien ontbrak echter bij het kartel CD&V/N-VA, en vooral bij de junior partner van toen. Het is ironisch dat de partij die gebouwd is op de mantra dat met de PS geen land te bezeilen valt, zich toen toch liet bijhalen. Voor zover daar een redenering achter stak, kan het slechts verrottingsstrategie zijn geweest. Dat is ook strategie, natuurlijk.
Verscheurd contract
Reynders wil zelf de PS in Brussel onttronen. Hij is op korte tijd al twee keer in Antwerpen gesignaleerd. Geruchten over toenadering met de N-VA noopten hem enkele maanden geleden tot een strategische terugtocht, maar intussen voelt hij zich blijkbaar sterk genoeg. Liesbeth Homans, de rechterhand van Bart De Wever in Antwerpen, verborg deze week in De Ochtend niet dat één krachtige factor de twee partijen verbindt: hun afkeer van de PS.
Vanzelfsprekend is er de kleine complicatie dat Reynders niet meer de voorzitter van de MR is. Die titel moest hij na een paleisrevolutie aan Charles Michel laten. Wat die twee heren op het persoonlijke vlak ook moge scheiden, hun houding tegenover de PS verbindt hen. Charles Michel en niemand anders was er in 2004 de oorzaak van dat Elio Di Rupo verplicht was een getekend contract tussen zijn voorganger Philippe Busquin en Louis Michel, de vader van Charles, te verscheuren. Dat legde vast dat hun beider partijen op alle niveaus samen zouden regeren. Maar de haat van de PS-kaders tegen Michel jr., die met jeugdige overmoed ten strijde was getrokken tegen de PS-almacht in de intercommunales, was zo visceraal dat Di Rupo zijn woord wel moest breken. Die factuur staat nog open.
Terwijl de Vlaamse kiezers in de ban blijven van de framing dat de PS in België alles bepaalt, is de partij van Elio Di Rupo de meest bedreigde van het moment. Imperia gaan niet in een lineair proces ten onder. Een voor een vallen stenen uit de oninneembare muur. Ogenschijnlijk verandert er niets. Tot het verzwakte bouwwerk plots instort.
Tot zover je mij begrijpt