De oproep van een aantal jonge academici (hierin gesteund door een aantal gevestigde waarden) wordt door ministers van Onderwijs en Innovatie, Pascal Smet en Ingrid Lieten, als een belangrijk signaal gezien. Beide ministers nemen de vraag om kwaliteitscriteria een grotere rol te laten spelen bij de verdeling van de middelen zeer ernstig. Ze zullen daarom op korte termijn een overleg met de onderzoekers organiseren. Tijdens het overleg zullen de drie belangrijkste opdrachten van de universiteiten aan bod komen: onderwijs, onderzoek en de maatschappelijke opdracht en op welke wijze deze drie taken geëvalueerd en versterkt kunnen worden. Vooral aan de maatschappelijke opdracht van academici wordt vandaag weinig gewicht gegeven.
Het huidige financieringssysteem bevat inderdaad een aantal kwantitatieve parameters (bv. aantal doctoraten, citaties, publicaties) die moeten toelaten het geld zo objectief mogelijk te verdelen tussen de instellingen. De vraag of dit zo moet blijven en we niet meer moeten inzetten op kwalitatieve parameters (bv. systeem van peer review waarbij academici zelf mee bepalen welke initiatieven dienen gefinancierd te worden) is één van de belangrijkste vragen die moet beantwoord worden in de evaluatie van het systeem die de administratie momenteel uitvoert, aldus Pascal Smet.
Intussen werden een aantal pijnpunten reeds weggewerkt: sedert 2012 krijgen de Vlaamse universiteiten extra geld om het aantal proffen in Vlaanderen met méér dan een derde te laten stijgen (1.000 posties extra). Deze maatregel doorbreekt de reeds decennialange status quo inzake aantal proffen en zal de werklast en werkdruk drastisch verlagen. Ook werden er maatregelen genomen om jonge onderzoekers beter uitzicht te geven op een academische carrière.
Zo maakt Ingrid Lieten sinds 2011 jaarlijks 4 miljoen euro vrij voor de omkadering van jonge onderzoekers. We moeten jonge onderzoekers aanmoedigen om ook andere jobs dan een academische te ambiëren. Ondanks de stijging zijn er aan onze universiteiten onvoldoende academische carrièremogelijkheden voor alle onderzoekers. En hen beter opleiden om hen vervolgens in de kou te laten staan, dat is verspilling van talent. Daarenboven heeft de samenleving aan deze hoogopgeleide onderzoekers om het bedrijfsleven en tal van organisaties met hun kennis aan te sturen, zegt Ingrid Lieten. Deze zomer besliste de regering dan ook om de training en begeleiding van jonge onderzoekers ook decretaal te verankeren.
De overheid heeft op initiatief van Pascal Smet en Ingrid Lieten voor bijkomende financiering heeft gezorgd in het hoger onderwijs (225,9 miljoen extra tegen 2025). Het zijn echter de hogescholen en universiteiten zelf die verantwoordelijk zijn voor de besteding ervan. Instellingen kunnen dus zelf voor een groot stuk mee bepalen waar ze willen op inzetten, dit behoort tot hun academische vrijheid. De resultaten van de evaluatie dienen dan ook met de instellingen maar ook met studenten, onderzoekers, personeel, kortom alle actoren, grondig besproken te worden in een open en constructieve dialoog.
De evaluatie zal voor het einde van de legislatuur afgerond zijn. Op basis daarvan kan de volgende Vlaamse regering aanpassingen voorzien aan het financieringssysteem.
Persinfo:
Lot Wildemeersch, woordvoerster Ingrid Lieten
Bron: politics.be
Het huidige financieringssysteem bevat inderdaad een aantal kwantitatieve parameters (bv. aantal doctoraten, citaties, publicaties) die moeten toelaten het geld zo objectief mogelijk te verdelen tussen de instellingen. De vraag of dit zo moet blijven en we niet meer moeten inzetten op kwalitatieve parameters (bv. systeem van peer review waarbij academici zelf mee bepalen welke initiatieven dienen gefinancierd te worden) is één van de belangrijkste vragen die moet beantwoord worden in de evaluatie van het systeem die de administratie momenteel uitvoert, aldus Pascal Smet.
Intussen werden een aantal pijnpunten reeds weggewerkt: sedert 2012 krijgen de Vlaamse universiteiten extra geld om het aantal proffen in Vlaanderen met méér dan een derde te laten stijgen (1.000 posties extra). Deze maatregel doorbreekt de reeds decennialange status quo inzake aantal proffen en zal de werklast en werkdruk drastisch verlagen. Ook werden er maatregelen genomen om jonge onderzoekers beter uitzicht te geven op een academische carrière.
Zo maakt Ingrid Lieten sinds 2011 jaarlijks 4 miljoen euro vrij voor de omkadering van jonge onderzoekers. We moeten jonge onderzoekers aanmoedigen om ook andere jobs dan een academische te ambiëren. Ondanks de stijging zijn er aan onze universiteiten onvoldoende academische carrièremogelijkheden voor alle onderzoekers. En hen beter opleiden om hen vervolgens in de kou te laten staan, dat is verspilling van talent. Daarenboven heeft de samenleving aan deze hoogopgeleide onderzoekers om het bedrijfsleven en tal van organisaties met hun kennis aan te sturen, zegt Ingrid Lieten. Deze zomer besliste de regering dan ook om de training en begeleiding van jonge onderzoekers ook decretaal te verankeren.
De overheid heeft op initiatief van Pascal Smet en Ingrid Lieten voor bijkomende financiering heeft gezorgd in het hoger onderwijs (225,9 miljoen extra tegen 2025). Het zijn echter de hogescholen en universiteiten zelf die verantwoordelijk zijn voor de besteding ervan. Instellingen kunnen dus zelf voor een groot stuk mee bepalen waar ze willen op inzetten, dit behoort tot hun academische vrijheid. De resultaten van de evaluatie dienen dan ook met de instellingen maar ook met studenten, onderzoekers, personeel, kortom alle actoren, grondig besproken te worden in een open en constructieve dialoog.
De evaluatie zal voor het einde van de legislatuur afgerond zijn. Op basis daarvan kan de volgende Vlaamse regering aanpassingen voorzien aan het financieringssysteem.
Persinfo:
Lot Wildemeersch, woordvoerster Ingrid Lieten
Bron: politics.be