Quantcast
Channel: Politics.be
Viewing all articles
Browse latest Browse all 40290

LVSV : There’s something rotten in the state of education

$
0
0
Het Liberaal Vlaams StudentenVerbond kan zich vinden in de kritiek van de Actiegroep Hoger Onderwijs op het ‘ produceren’ van publicaties. Het stelt echter de vraag of een verandering in beleid alleen volstaat om het over een andere boeg te gooien.

Prestatiedrang en concurrentiedruk. Dat is wat de pas opgerichte Actiegroep Hoger Onderwijs aanwijst als de doodsteek voor wetenschappelijk onderzoek. Aanleiding hiervoor is de steeds luider wordende discussie over de druk op onderzoekers om steeds maar meer te publiceren. Dat kwantiteit en kwaliteit hierdoor vaak een problematische verhouding aannemen, verbaast wellicht weinigen. Dat prestatiedrang en concurrentiedruk, zaken die normaliter als positief beschouwd worden, zeker binnen een economische context, daarvoor verantwoordelijk gehouden worden, mag alleszins wel verbazen. Het zou bijvoorbeeld ondenkbaar zijn om het succes van de University of Chicago met zijn 87 nobelprijswinnaars te verklaren zonder daarbij factoren als prestatiedrang en concurrentiedruk (kwatongen beweren dat het licht er nooit uitgaat) bij te betrekken. Wat voor marktsituaties geldt, namelijk dat concurrentie en competitie leidt tot een hoger niveau van kwaliteit, hoeft op het eerste zicht niet anders te zijn voor de output van academisch onderzoek. Toch?

Valt er misschien te bepleiten dat academisch onderzoek een geval apart is? In zekere zin is dat nu alleszins wel het geval. In een marktsituatie wordt de hoeveelheid en aard van de output beïnvloed en getest door de noden en uitdagingen van de samenleving. De vereisten die aan de Vlaamse onderzoekers worden gesteld zijn echter het resultaat van politieke inmenging. De initiatiefnemers van de petitie hebben overschot van gelijk wanneer ze stellen dat de huidige vereisten niet bijdragen tot het volbrengen van de maatschappelijke taken die op een universiteit rusten. De eenzijdige focus op het aantal publicaties kan niet anders dan ten koste gaan van de kwaliteit van die publicaties. Dat dit aantal in combinatie met het aantal ingeschreven studenten de berekeningsbasis vormt voor het bepalen van het aandeel dat een universiteit krijgt van de financiële koek is evenmin een garantie op kwaliteitsvol onderwijs. Het leidt tot ongezonde overlevingsdrang en pseudoconcurrentie.

Deze discussie, die zich nog steeds in prille fase bevindt, is wanhopig op zoek naar antwoorden. Dat het financieringsdecreet grondig moet herzien worden, zoals de petitiehouders stellen, ligt voor de hand. Het is voor verbetering vatbaar. We moeten er ons echter van bewust zijn dat we geen wonderen kunnen verwachten, vooral niet van de overheid. Een overheid is immers tot in de eeuwigheid gekweld met het onvermogen om de juiste allocaties te maken. Dat heeft veel te maken met haar positie als monopolist in bepaalde markten, die haar veel mogelijkheden tot vergelijking wegneemt, niet in het minst als het over kwantitatieve maatstaven gaat. Bovendien loeren lobbygroepen en heilige huisjes altijd om de hoek. Anderzijds moet men zich afvragen op welke manier de overheid zou moeten gaan financieren “op basis van kwaliteit”. Wederom rijst de vraag of een overheid uberhaupt in staat is een degelijke invulling te geven aan het begrip “kwaliteit”. Is het overigens wenselijk dat de overheid bepaalt wat kwaliteitsvol onderzoek is en wat niet? Dreigt dit niet het vrij onderzoek zelf in gevaar te brengen?

Men moet zich bewust worden van deze beperkingen, wil men zich kunnen bevrijden van de tendens naar steeds meer eenheidsworst en meer bureaucratie. De rol en positie die hogere onderwijsinstellingen bij deze bevrijdingsstrijd innemen kan niet onderschat worden. Essentieel

daarbij is dat deze instellingen hun onafhankelijkheid kunnen vrijwaren en uitbreiden. Academisch onderzoek dient in handen te zijn van academici, niet van politici. Enkel zo kunnen instellingen zich in hun zoektocht focussen op kwaliteit. De implicaties van zulke onafhankelijkheid zijn op zichzelf zware uitdagingen. Onafhankelijkheid kan alleen gegarandeerd worden als men ook op principiële manier publieke financiëring in vraag durft te stellen. Het is alleen zo dat er wederom sprake kan zijn van echte prestatiedrang en concurrentiedruk en dat omwille van de wetenschap en niet omwille van het louter volgen van regulering.

Namens het Liberaal Vlaams StudentenVerbond, Bavo De Mol Voorzitter LVSV Nationaal

Bron: politics.be

Viewing all articles
Browse latest Browse all 40290