Op elf september, 'Diada Nacional de Catalunya', herdenken de Catalanen het einde van het beleg van Barcelona. Tenminste die van 1714, want er zijn doorheen de geschiedenis wel meer slagen geleverd in en rond deze stad. Die van 1714 is voor Catalonië wellicht wel de belangrijkste, niet alleen symbolisch maar ook historisch: het markeerde niet alleen het einde van de Spaanse Successieoorlog maar ook het einde van het tot dan toe formeel nog onafhankelijke koninkrijk Aragon. De Nederlanden waren heel nauw bij die strijd betrokken: zowel Oostenrijk als de Republiek vochten daar mee tegen het leger van Filips V van Spanje (kleinzoon van Lodewijk XIV, de Franse Zonnekoning). In de nasleep van het verdrag van Utrecht (getekend in april 1713) hertekende de kaart van Europa drastisch, en de gevolgen daarvan laten zich vandaag nog gelden. Niet alleen moest Spanje de zuidelijke Nederlanden afstaan aan Oostenrijk, maar ook onder andere Gibraltar aan Groot-Brittannië, iets waar Spanje blijkbaar nog steeds een trauma aan heeft overgehouden. Ook overzee moesten de verliezers van de oorlog (Spanje en Frankrijk) heel wat gebieden afstaan aan de winnaars, vooral Portugal en het Verenigd Koninkrijk. De enige 'winst' die Spanje behaalde, was het definitief opslorpen van het koninkrijk Aragon, tot dan toe enkel in een "personele unie" met Castillië. Voor de Catalanen markeerde dat het begin van de "bezetting" van hun land door Castillië.
Nog steeds speelt dit een belangrijke rol in de Spaanse en Catalaanse politiek en elf september, de "Diada Nacional" van Catalonië, is elk jaar opnieuw de hoogdag van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven. Vorig jaar riep een onafhankelijke burgerbeweging op tot een betoging voor zelfbeschikking, en die betoging werd de grootste tot nog toe met meer dan een miljoen deelnemers (de Autonome Regio telt overigens 'maar' zeven miljoen inwoners). Dit jaar pakken de independisten het anders aan en organiseren ze een mensenketting van noord naar zuid over heel de regio, zoals de Baltische staten het al voor deden in 1989. Meer dan 350 000 mensen schreven zich er voor in. Deze actie is maar een van de vele die doorheen het jaar gebeuren. Bijna dagelijks is er wel een actie, lokaal of nationaal. Het onafhankelijkheidsstreven leeft enorm en dat in alle gelederen van de maatschappij. De regionale verkiezingen van vorig jaar leverde een meerderheid voor Catalaansgezinde partijen in het parlement die zich allen achter een plan voor een referendum hebben geschaard dat indien het aan ligt volgend jaar zou doorgaan (niet toevallig driehonderd jaar na 1714, maar ook in het jaar van het Schots referendum). De Catalaanse kunst- en cultuurwereld schaart zich massaal achter de onafhankelijkheidsbeweging, net als heel wat regionale media, onderwijs, de muziekscène, economische en sociale spelers. Wie tegenwoordig naar Catalonië gaat, kan niet om de alomtegenwoordige 'esteladas' heen, de Catalaanse rood-gele strepen voorzien van een ster (soms een blauw-witte, soms een rode), de vlaggen van de republikeinse onafhankelijkheidsbeweging. Wat inzet en vastberadenheid betreft is Catalonië zonder twijfel de meest in het oog springende naar afscheiding strevende regio in Europa. Schotland en Baskenland komen aardig in de buurt. Het contrast met Vlaanderen daarentegen is erg groot. Daar vallen misschien wel lessen uit te trekken.
Waar zit het verschil? De onafhankelijkheidsbeweging is alomtegenwoordig in Catalonië, in de Catalaanse straten en in de media. In Vlaanderen is daar amper iets van te merken. Nochtans zal het niet aan repressie liggen: Spanje is wat dat betreft een veel harder land dan België. De Guardia Civil zal elk excuus aangrijpen om betogingen uit elkaar te slaan, de Spaanse staat verbiedt partijen, kranten, mensenrechtenorganisaties en zelfs jeugdbewegingen, en als een generaal daar openlijk spreekt over het inzetten van het leger tegen separatistische tendensen dan is dat geen loos dreigement. Het gehele rechtsapparaat van deze Spaanse staat is nog steeds doordrenkt van ideeën en werkwijzen uit het Franco-tijdperk. De Spaanse autoriteiten fluiten zelfs de Catalaanse regering terug wanneer die een nieuw autonomiestatuut wil opstellen, op een verbaal agressieve manier die in België niet langer aanvaard zou worden. Kortom, in Spanje zou het minder gemakkelijk zijn om een goed georganiseerde beweging op de been te krijgen dan in België. Toch doen de Catalanen het, en de Vlamingen niet. Waar zit dan het verschil?
Hoewel de Vlaamse beweging het graag doet, zijn Catalonië en Vlaanderen totaal niet te vergelijken. De positie die Vlaanderen en het Nederlands vandaag innemen, zelfs binnen Belgisch staatsverband, is iets waar de Catalanen enkel van kunnen dromen. Zij hebben geen ééntalig Catalaans gewest, het Catalaans is wat Madrid betreft hoogstens een taal op gelijke voet en in de praktijk voor Spanje nog steeds een ondergeschikte taal. De regering van Rajoy (Partido Popular) is met een heuse campagne begonnen om het Catalaans zover mogelijk terug te dringen. Zowel in de Catalaanse Autonome Regio als in de andere Catalaanstalige gebieden (Valencia, Balearen en het oosten van Aragon). Op de Balearen werd het Catalaanstalig onderwijs onlangs zwaar teruggeschroefd (wat momenteel tot acties van het onderwijspersoneel leidt). In Valencia probeert de regering onder andere Catalaanstalige media terug te dringen, zo moet de Catalaanse tv-zender TV3 vechten om in Valencia te mogen uitzenden. In Aragon ging de Spaansgezinde regering zelfs zover om de regionale streektalen simpelweg te hernoemen. Catalaans heet daar tegenwoordig niet langer Catalaans maar LAPOA, wat staat voor "lengua aragonesa propia del área oriental", oftewel: Aragonese eigen taal van het oostelijk gebied. Daarnaast is er nog het LAPAPYP, oftewel: "lengua aragonesa propia de las áreas pirenaica y prepirenaica" (Aragonese eigen taal van het gebied van de Pyreneeën en de Voorpyreneeën). Nee, dat is geen grap. En ook in de Catalaanse autonome regio zelf blijft de taalstrijd hevig woeden, al is dankzij de electorale overwinningen van de Catalaansgezinde partijen daar de voorbije jaren serieus wat verandering in gekomen (anders gezegd: de Spaanse staat verliest er langzaam aan de controle over het openbaar leven). Vergeleken met Vlaanderen, dat (op de hoofdstad Brussel na) officieel ééntalig is, heeft Catalonië nog een lange weg te gaan. Misschien is dat wel de verklaring voor het contrast tussen Vlaanderen en Catalonië: de strijd wordt in Catalonië nog steeds als hoogdringend en hoogst noodzakelijk ervaren, terwijl voor veel Vlamingen de strijd zo goed als gestreden is, of toch niet meer van zo'n kritische aard dat er voor massaal op straat gekomen moet worden. Misschien, maar daar geloof ik zo niet in. Er is een veel diepgaander probleem in Vlaanderen. Niet de Belgische staatsrepressie, noch de afwezigheid van een gevoel van 'urgentie' zijn de oorzaak van dit contrast. De oorzaak is het falen van de Vlaamse Beweging om een echte brede volksbeweging te worden, die voor meer agitatie kan mobiliseren dan alleen maar om de zoveel jaar eens naar het stemhokje te tsjokken. Pluralistisch, over al de strekkingen heen, en los van de particratie.
Wat vooreerst opvalt, is dat in Catalonië de partijpolitiek de feiten achterna holt en de hete adem van een sterke en heel kritische burgerbeweging in de nek voelt. Zelfs in zoverre dat een 'oppertsjeef' als Artur Mas (huidig president van de regio) alvast in woorden meer radicale standpunten moet innemen dan vroeger. Hij was zelfs degene die de recentste verkiezingen uitlokte om stemmers achter zijn project voor een referendum te krijgen. We zien het Kris Peeters niet na doen. Alle grote campagnes en acties worden in Catalonië georganiseerd door niet partij-politieke organisaties, met het Assemblea Nacional de Catalunya (ANC) momenteel als drijvende kracht. De Catalaansgezinde partijen doen mee, in meer of mindere mate, maar steeds in een ondergeschikte rol. Ze functioneren nog steeds als de politieke vleugel van een heel brede volksbeweging. Heel anders is dat in Vlaanderen: de particratie is hier heer en meester en de burgerbeweging volgt de partijen. De N-VA heeft ondertussen wellicht meer leden dan alle organisaties uit de Vlaamse beweging samen. Met het VB er bij is de greep van partijbureau's quasi totaal, en de Vlaamse Beweging in zoverre die nog bestaat reageert vooral op wat die partijen doen, zonder zelf de politieke agenda te bepalen. Een grote actie opzetten zoals het Catalaanse ANC doet is dan niet meer mogelijk tenzij het een zeer duidelijke partijpolitieke agenda krijgt - zo niet in principe dan wel in de praktijk en in de perceptie. Door electorale verschuivingen is de dominantie van het Vlaams Belang wat geminderd, die van de N-VA is vandaag echter groter dan ooit. De aanzuigende kracht van deze partij op militanten uit 'de beweging' is enorm en wie zich vandaag voor de Vlaamse zaak engageert, die riskeert door 'de partij' opgepikt te worden en opgeslorpt te geraken. Vergeleken met Catalonië is er van een onafhankelijke volksbeweging in Vlaanderen geen sprake meer. Dat de jaarlijkse IJzer- evenementen nog geen tienduizend deelnemers aantrekken is veelzeggend, dat Vlaamse betogingen amper voorkomen even zo. Enkel een harde kern aan militanten blijft over in de gelederen van TAK, VVB en andere organisaties, maar de brede basis van die Vlaamse Beweging is al lang overgestapt naar een puur particratische kijk en houding: het zal allemaal wel in het stemhokje geregeld worden en vervolg tussen de partijvoorzitters bedisseld worden. Een massabeweging is de Vlaamse Beweging al lang niet meer. Haar politieke rol is bijna uitgespeeld, haar maatschappelijke al quasi helemaal.
Een even groot verschil tussen Vlaanderen en Catalonië is de diversiteit van de onafhankelijkheidsbeweging. De Catalaanse separatisten vind je werkelijk overal: over alle sociale klassen heen, in heel diverse culturele organisaties, een brede muziekscène, vakbondsmilieus, bedrijfswereld, de lokale media, sociale bewegingen, milieubewegingen, zelfs migrantenorganisaties, noem maar op. De partijpolitiek reflecteert dat: in het Catalaans parlement zitten verkozen Catalaansgezinden van radicaal links, CUP, tot centrum-rechts, CiU (een noemenswaardig equivalent van het VB bestaat daar echter niet). Het brede karakter van de Catalaanse volksbeweging uit zich dan ook in zeer creatieve acties en campagnes. Enkele maanden geleden diende het stadion van FC Barcelona als podium voor een groots opgezet "concert voor de vrijheid" waar zeer veel grote namen uit de Catalaanse muziekscène zich voor aanmeldden. Enkele jaren geleden braken vijfduizend Catalanen een wereldrecord met een videoclip voor de onafhankelijkheid. Migrantenorganisaties organiseerden een campagne om het Catalaans te promoten als voertaal in de regio. De partijpolitiek kwam daar overigens nergens aan te pas. Zo'n beweging is dan ook in staat om een miljoen mensen op de been te brengen voor een manifestatie, of een mensenketting doorheen heel het land te organiseren (het zou niet onredelijk zijn om aan te nemen dat zo'n actie in Vlaanderen alleen maar veel GAS-boetes oplevert en veel gezeur over het verstoren van het verkeer). De Catalaanse culturele sector schaart zich massaal achter dit soort acties. In Vlaanderen daarentegen valt het enorm op hoe de cultuursector en het brede sociale middenveld zich vooral probeert te uiten als niet-zo-Vlaams. Ze wil niks te maken hebben met de Vlaamse zaak, en houdt vast aan België. Want, zo menen ze, België is een sociaal, pluralistisch en open land, en Vlaanderen zou een verzuurd, egocentrisch en zeer provincialistisch ingesteld bekrompen land zijn. Uiteraard is dat deels onterecht: in een Vlaamse staat zijn er even goed culturele en sociale bewegingen. Maar deels is die vrees wel terecht. De partij die vandaag de Vlaamse zaak op de agenda zet, heeft zich de voorbije jaren stilaan ontpopt tot een door en door liberaal-rechtse partij. Een partij die mee verstrengde GAS-boetes introduceert, de Vlaamse culturele sector zware besparingen oplegt en de privatisering en verdere liberalisering van de samenleving voorstaat, inclusief mini-jobs. Het is natuurlijk het democratisch recht van een partij om dat soort standpunten te hebben, maar die partij moet dan ook niet verbaasd zijn dat er veel kritiek komt op die standpunten. En aangezien die partij de hoofdmotor is geworden van het Vlaamse autonomiestreven, hoeft het dan ook niet te verbazen dat Vlaamse onafhankelijkheid vereenzelvigd wordt met een liberaal-rechts beleid, waar vooralsnog veel Vlamingen géén voorstander van zijn. Vanuit de Vlaamse Beweging komt er zeer weinig kritiek op de ideologische invulling die N-VA geeft aan het Vlaanderen van morgen. Tenzij dan uit Vlaams-Belang strekking. Integendeel, voor het merendeel scharen de Vlaamsgezinde politieke commentatoren zich net achter de Vlaamse 'ruk naar rechts'. Ook dat is hun goed recht natuurlijk, maar opnieuw is de reactie dan ook te verwachten: wie niet achter dat liberale rechtse verhaal staat, moet wel kiezen voor België.
En dat verklaart meteen ook het scherpe contrast tussen Vlaanderen en Catalonië. De Catalaanse autonomiebeweging is in de eerste plaats 'autonomistisch' en mikt onder andere op het afdwingen van een referendum. Over sociaal-economische kwesties wordt er binnen die beweging zeker gepraat - waarschijnlijk meer dan binnen de Vlaamse Beweging waar de doctrine van De Wever stilaan een consensus is geworden. Maar het doel van de Catalaanse independisten is in de eerste plaats onafhankelijkheid, en niet een bepaald economisch (liberaal) beleid. De grote diversiteit aan deelnemende strekkingen, zowel partijpolitiek als 'op straat', voorkomt dat en vormt tegelijk ook de sterkte van de massabeweging die de Catalaanse volksbeweging is geworden. De Vlaamse zelfstandigheid blijft - op een aantal uitzonderlijke stemmen na die politiek gezien niet echt relevant zijn - vooral een rechts en liberaal verhaal. Dat zal ook haar falen betekenen. De voorbije jaren verkeerde Vlaamsgezind Vlaanderen in een overwinningsroes dankzij een aantal verkiezingsoverwinningen van de partij van De Wever, maar stilaan zien we het plafond opduiken. Het is onwaarschijnlijk dat de V-partijen in de nabije toekomst samen groot genoeg zouden zijn om de federale staat te blokkeren en ontmantelen. N-VA zal kunnen kiezen uit twee scenario's: samen met het Vlaams Belang in een cordon sanitaire belanden, of samen met CD&V en VLD zichzelf op Vlaams en gemeentelijk niveau kapot besturen. Het valt te verwachten dat de partij electoraal vroeg of laat weer in elkaar zal zakken, zeker als het liberaal-rechtse programma gaat primeren op de communautaire doelen. Als dat gebeurt, betekent dat een zware slag voor de Vlaamse zaak, want de Vlaamse Beweging is zodanig met N-VA verstrengeld geraakt dat ze mee zal imploderen - voor zover ze überhaupt nog bestaat. Het Vlaams Belang zal een deel van de stemmen (en militanten) kunnen recupereren, en daarmee komen we politiek gezien terug naar de situatie van tien, vijftien jaar geleden. Bart Maddens stelde het kort geleden ook in Doorbraak: de Belgische contrarevolutie is dan een feit. Maar dat zal niet te wijten zijn aan de sterkte van een Belgisch nationalisme, dat vergeleken met het Spaanse staatsnationalisme lachwekkend zwak is en zichzelf niet eens serieus neemt. Het zal vooral te wijten zijn aan de zwakte van een Vlaams front, dat omwille van z'n liberale karakter intrinsiek huiverig staat tegenover een massabeweging die buiten de legalistische kaders zal bewegen. Zoiets als een mensenketting van De Panne tot Voeren maakt geen kans om door de Vlaamse overheid toegelaten te worden, want het zou de burger te veel overlast zorgen op de weg en onze economie te veel kosten. Het is überhaupt maar de vraag of er volk genoeg zou opdagen voor zo'n mensenketting om een enkele provincie te overbruggen.
Het is dus niet ondenkbaar dat de staat België haar tweehonderdjarig bestaan nog zal kunnen vieren. Catalonië maakt een reële kans om weldra een nieuwe staat te vormen. Vlaanderen niet.
Nog steeds speelt dit een belangrijke rol in de Spaanse en Catalaanse politiek en elf september, de "Diada Nacional" van Catalonië, is elk jaar opnieuw de hoogdag van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven. Vorig jaar riep een onafhankelijke burgerbeweging op tot een betoging voor zelfbeschikking, en die betoging werd de grootste tot nog toe met meer dan een miljoen deelnemers (de Autonome Regio telt overigens 'maar' zeven miljoen inwoners). Dit jaar pakken de independisten het anders aan en organiseren ze een mensenketting van noord naar zuid over heel de regio, zoals de Baltische staten het al voor deden in 1989. Meer dan 350 000 mensen schreven zich er voor in. Deze actie is maar een van de vele die doorheen het jaar gebeuren. Bijna dagelijks is er wel een actie, lokaal of nationaal. Het onafhankelijkheidsstreven leeft enorm en dat in alle gelederen van de maatschappij. De regionale verkiezingen van vorig jaar leverde een meerderheid voor Catalaansgezinde partijen in het parlement die zich allen achter een plan voor een referendum hebben geschaard dat indien het aan ligt volgend jaar zou doorgaan (niet toevallig driehonderd jaar na 1714, maar ook in het jaar van het Schots referendum). De Catalaanse kunst- en cultuurwereld schaart zich massaal achter de onafhankelijkheidsbeweging, net als heel wat regionale media, onderwijs, de muziekscène, economische en sociale spelers. Wie tegenwoordig naar Catalonië gaat, kan niet om de alomtegenwoordige 'esteladas' heen, de Catalaanse rood-gele strepen voorzien van een ster (soms een blauw-witte, soms een rode), de vlaggen van de republikeinse onafhankelijkheidsbeweging. Wat inzet en vastberadenheid betreft is Catalonië zonder twijfel de meest in het oog springende naar afscheiding strevende regio in Europa. Schotland en Baskenland komen aardig in de buurt. Het contrast met Vlaanderen daarentegen is erg groot. Daar vallen misschien wel lessen uit te trekken.
Waar zit het verschil? De onafhankelijkheidsbeweging is alomtegenwoordig in Catalonië, in de Catalaanse straten en in de media. In Vlaanderen is daar amper iets van te merken. Nochtans zal het niet aan repressie liggen: Spanje is wat dat betreft een veel harder land dan België. De Guardia Civil zal elk excuus aangrijpen om betogingen uit elkaar te slaan, de Spaanse staat verbiedt partijen, kranten, mensenrechtenorganisaties en zelfs jeugdbewegingen, en als een generaal daar openlijk spreekt over het inzetten van het leger tegen separatistische tendensen dan is dat geen loos dreigement. Het gehele rechtsapparaat van deze Spaanse staat is nog steeds doordrenkt van ideeën en werkwijzen uit het Franco-tijdperk. De Spaanse autoriteiten fluiten zelfs de Catalaanse regering terug wanneer die een nieuw autonomiestatuut wil opstellen, op een verbaal agressieve manier die in België niet langer aanvaard zou worden. Kortom, in Spanje zou het minder gemakkelijk zijn om een goed georganiseerde beweging op de been te krijgen dan in België. Toch doen de Catalanen het, en de Vlamingen niet. Waar zit dan het verschil?
Hoewel de Vlaamse beweging het graag doet, zijn Catalonië en Vlaanderen totaal niet te vergelijken. De positie die Vlaanderen en het Nederlands vandaag innemen, zelfs binnen Belgisch staatsverband, is iets waar de Catalanen enkel van kunnen dromen. Zij hebben geen ééntalig Catalaans gewest, het Catalaans is wat Madrid betreft hoogstens een taal op gelijke voet en in de praktijk voor Spanje nog steeds een ondergeschikte taal. De regering van Rajoy (Partido Popular) is met een heuse campagne begonnen om het Catalaans zover mogelijk terug te dringen. Zowel in de Catalaanse Autonome Regio als in de andere Catalaanstalige gebieden (Valencia, Balearen en het oosten van Aragon). Op de Balearen werd het Catalaanstalig onderwijs onlangs zwaar teruggeschroefd (wat momenteel tot acties van het onderwijspersoneel leidt). In Valencia probeert de regering onder andere Catalaanstalige media terug te dringen, zo moet de Catalaanse tv-zender TV3 vechten om in Valencia te mogen uitzenden. In Aragon ging de Spaansgezinde regering zelfs zover om de regionale streektalen simpelweg te hernoemen. Catalaans heet daar tegenwoordig niet langer Catalaans maar LAPOA, wat staat voor "lengua aragonesa propia del área oriental", oftewel: Aragonese eigen taal van het oostelijk gebied. Daarnaast is er nog het LAPAPYP, oftewel: "lengua aragonesa propia de las áreas pirenaica y prepirenaica" (Aragonese eigen taal van het gebied van de Pyreneeën en de Voorpyreneeën). Nee, dat is geen grap. En ook in de Catalaanse autonome regio zelf blijft de taalstrijd hevig woeden, al is dankzij de electorale overwinningen van de Catalaansgezinde partijen daar de voorbije jaren serieus wat verandering in gekomen (anders gezegd: de Spaanse staat verliest er langzaam aan de controle over het openbaar leven). Vergeleken met Vlaanderen, dat (op de hoofdstad Brussel na) officieel ééntalig is, heeft Catalonië nog een lange weg te gaan. Misschien is dat wel de verklaring voor het contrast tussen Vlaanderen en Catalonië: de strijd wordt in Catalonië nog steeds als hoogdringend en hoogst noodzakelijk ervaren, terwijl voor veel Vlamingen de strijd zo goed als gestreden is, of toch niet meer van zo'n kritische aard dat er voor massaal op straat gekomen moet worden. Misschien, maar daar geloof ik zo niet in. Er is een veel diepgaander probleem in Vlaanderen. Niet de Belgische staatsrepressie, noch de afwezigheid van een gevoel van 'urgentie' zijn de oorzaak van dit contrast. De oorzaak is het falen van de Vlaamse Beweging om een echte brede volksbeweging te worden, die voor meer agitatie kan mobiliseren dan alleen maar om de zoveel jaar eens naar het stemhokje te tsjokken. Pluralistisch, over al de strekkingen heen, en los van de particratie.
Wat vooreerst opvalt, is dat in Catalonië de partijpolitiek de feiten achterna holt en de hete adem van een sterke en heel kritische burgerbeweging in de nek voelt. Zelfs in zoverre dat een 'oppertsjeef' als Artur Mas (huidig president van de regio) alvast in woorden meer radicale standpunten moet innemen dan vroeger. Hij was zelfs degene die de recentste verkiezingen uitlokte om stemmers achter zijn project voor een referendum te krijgen. We zien het Kris Peeters niet na doen. Alle grote campagnes en acties worden in Catalonië georganiseerd door niet partij-politieke organisaties, met het Assemblea Nacional de Catalunya (ANC) momenteel als drijvende kracht. De Catalaansgezinde partijen doen mee, in meer of mindere mate, maar steeds in een ondergeschikte rol. Ze functioneren nog steeds als de politieke vleugel van een heel brede volksbeweging. Heel anders is dat in Vlaanderen: de particratie is hier heer en meester en de burgerbeweging volgt de partijen. De N-VA heeft ondertussen wellicht meer leden dan alle organisaties uit de Vlaamse beweging samen. Met het VB er bij is de greep van partijbureau's quasi totaal, en de Vlaamse Beweging in zoverre die nog bestaat reageert vooral op wat die partijen doen, zonder zelf de politieke agenda te bepalen. Een grote actie opzetten zoals het Catalaanse ANC doet is dan niet meer mogelijk tenzij het een zeer duidelijke partijpolitieke agenda krijgt - zo niet in principe dan wel in de praktijk en in de perceptie. Door electorale verschuivingen is de dominantie van het Vlaams Belang wat geminderd, die van de N-VA is vandaag echter groter dan ooit. De aanzuigende kracht van deze partij op militanten uit 'de beweging' is enorm en wie zich vandaag voor de Vlaamse zaak engageert, die riskeert door 'de partij' opgepikt te worden en opgeslorpt te geraken. Vergeleken met Catalonië is er van een onafhankelijke volksbeweging in Vlaanderen geen sprake meer. Dat de jaarlijkse IJzer- evenementen nog geen tienduizend deelnemers aantrekken is veelzeggend, dat Vlaamse betogingen amper voorkomen even zo. Enkel een harde kern aan militanten blijft over in de gelederen van TAK, VVB en andere organisaties, maar de brede basis van die Vlaamse Beweging is al lang overgestapt naar een puur particratische kijk en houding: het zal allemaal wel in het stemhokje geregeld worden en vervolg tussen de partijvoorzitters bedisseld worden. Een massabeweging is de Vlaamse Beweging al lang niet meer. Haar politieke rol is bijna uitgespeeld, haar maatschappelijke al quasi helemaal.
Een even groot verschil tussen Vlaanderen en Catalonië is de diversiteit van de onafhankelijkheidsbeweging. De Catalaanse separatisten vind je werkelijk overal: over alle sociale klassen heen, in heel diverse culturele organisaties, een brede muziekscène, vakbondsmilieus, bedrijfswereld, de lokale media, sociale bewegingen, milieubewegingen, zelfs migrantenorganisaties, noem maar op. De partijpolitiek reflecteert dat: in het Catalaans parlement zitten verkozen Catalaansgezinden van radicaal links, CUP, tot centrum-rechts, CiU (een noemenswaardig equivalent van het VB bestaat daar echter niet). Het brede karakter van de Catalaanse volksbeweging uit zich dan ook in zeer creatieve acties en campagnes. Enkele maanden geleden diende het stadion van FC Barcelona als podium voor een groots opgezet "concert voor de vrijheid" waar zeer veel grote namen uit de Catalaanse muziekscène zich voor aanmeldden. Enkele jaren geleden braken vijfduizend Catalanen een wereldrecord met een videoclip voor de onafhankelijkheid. Migrantenorganisaties organiseerden een campagne om het Catalaans te promoten als voertaal in de regio. De partijpolitiek kwam daar overigens nergens aan te pas. Zo'n beweging is dan ook in staat om een miljoen mensen op de been te brengen voor een manifestatie, of een mensenketting doorheen heel het land te organiseren (het zou niet onredelijk zijn om aan te nemen dat zo'n actie in Vlaanderen alleen maar veel GAS-boetes oplevert en veel gezeur over het verstoren van het verkeer). De Catalaanse culturele sector schaart zich massaal achter dit soort acties. In Vlaanderen daarentegen valt het enorm op hoe de cultuursector en het brede sociale middenveld zich vooral probeert te uiten als niet-zo-Vlaams. Ze wil niks te maken hebben met de Vlaamse zaak, en houdt vast aan België. Want, zo menen ze, België is een sociaal, pluralistisch en open land, en Vlaanderen zou een verzuurd, egocentrisch en zeer provincialistisch ingesteld bekrompen land zijn. Uiteraard is dat deels onterecht: in een Vlaamse staat zijn er even goed culturele en sociale bewegingen. Maar deels is die vrees wel terecht. De partij die vandaag de Vlaamse zaak op de agenda zet, heeft zich de voorbije jaren stilaan ontpopt tot een door en door liberaal-rechtse partij. Een partij die mee verstrengde GAS-boetes introduceert, de Vlaamse culturele sector zware besparingen oplegt en de privatisering en verdere liberalisering van de samenleving voorstaat, inclusief mini-jobs. Het is natuurlijk het democratisch recht van een partij om dat soort standpunten te hebben, maar die partij moet dan ook niet verbaasd zijn dat er veel kritiek komt op die standpunten. En aangezien die partij de hoofdmotor is geworden van het Vlaamse autonomiestreven, hoeft het dan ook niet te verbazen dat Vlaamse onafhankelijkheid vereenzelvigd wordt met een liberaal-rechts beleid, waar vooralsnog veel Vlamingen géén voorstander van zijn. Vanuit de Vlaamse Beweging komt er zeer weinig kritiek op de ideologische invulling die N-VA geeft aan het Vlaanderen van morgen. Tenzij dan uit Vlaams-Belang strekking. Integendeel, voor het merendeel scharen de Vlaamsgezinde politieke commentatoren zich net achter de Vlaamse 'ruk naar rechts'. Ook dat is hun goed recht natuurlijk, maar opnieuw is de reactie dan ook te verwachten: wie niet achter dat liberale rechtse verhaal staat, moet wel kiezen voor België.
En dat verklaart meteen ook het scherpe contrast tussen Vlaanderen en Catalonië. De Catalaanse autonomiebeweging is in de eerste plaats 'autonomistisch' en mikt onder andere op het afdwingen van een referendum. Over sociaal-economische kwesties wordt er binnen die beweging zeker gepraat - waarschijnlijk meer dan binnen de Vlaamse Beweging waar de doctrine van De Wever stilaan een consensus is geworden. Maar het doel van de Catalaanse independisten is in de eerste plaats onafhankelijkheid, en niet een bepaald economisch (liberaal) beleid. De grote diversiteit aan deelnemende strekkingen, zowel partijpolitiek als 'op straat', voorkomt dat en vormt tegelijk ook de sterkte van de massabeweging die de Catalaanse volksbeweging is geworden. De Vlaamse zelfstandigheid blijft - op een aantal uitzonderlijke stemmen na die politiek gezien niet echt relevant zijn - vooral een rechts en liberaal verhaal. Dat zal ook haar falen betekenen. De voorbije jaren verkeerde Vlaamsgezind Vlaanderen in een overwinningsroes dankzij een aantal verkiezingsoverwinningen van de partij van De Wever, maar stilaan zien we het plafond opduiken. Het is onwaarschijnlijk dat de V-partijen in de nabije toekomst samen groot genoeg zouden zijn om de federale staat te blokkeren en ontmantelen. N-VA zal kunnen kiezen uit twee scenario's: samen met het Vlaams Belang in een cordon sanitaire belanden, of samen met CD&V en VLD zichzelf op Vlaams en gemeentelijk niveau kapot besturen. Het valt te verwachten dat de partij electoraal vroeg of laat weer in elkaar zal zakken, zeker als het liberaal-rechtse programma gaat primeren op de communautaire doelen. Als dat gebeurt, betekent dat een zware slag voor de Vlaamse zaak, want de Vlaamse Beweging is zodanig met N-VA verstrengeld geraakt dat ze mee zal imploderen - voor zover ze überhaupt nog bestaat. Het Vlaams Belang zal een deel van de stemmen (en militanten) kunnen recupereren, en daarmee komen we politiek gezien terug naar de situatie van tien, vijftien jaar geleden. Bart Maddens stelde het kort geleden ook in Doorbraak: de Belgische contrarevolutie is dan een feit. Maar dat zal niet te wijten zijn aan de sterkte van een Belgisch nationalisme, dat vergeleken met het Spaanse staatsnationalisme lachwekkend zwak is en zichzelf niet eens serieus neemt. Het zal vooral te wijten zijn aan de zwakte van een Vlaams front, dat omwille van z'n liberale karakter intrinsiek huiverig staat tegenover een massabeweging die buiten de legalistische kaders zal bewegen. Zoiets als een mensenketting van De Panne tot Voeren maakt geen kans om door de Vlaamse overheid toegelaten te worden, want het zou de burger te veel overlast zorgen op de weg en onze economie te veel kosten. Het is überhaupt maar de vraag of er volk genoeg zou opdagen voor zo'n mensenketting om een enkele provincie te overbruggen.
Het is dus niet ondenkbaar dat de staat België haar tweehonderdjarig bestaan nog zal kunnen vieren. Catalonië maakt een reële kans om weldra een nieuwe staat te vormen. Vlaanderen niet.