Saïd El Khadraoui: België maakt kans op behoorlijk pakket Europese steunEuropa is een kluwen van spoorlijnen, wegen, waterlopen, luchtvaartroutes, energie- en digitale snelwegen die beter op elkaar afgestemd moeten worden. Het Europees parlement keurt morgen, na de debatten van vandaag, de verdere Europeanisering van deze transportnetwerken goed. Het was wachten op de goedkeuring van de meerjarenbegroting om de richtlijn te kunnen stemmen. Omwille van de krappe budgetten zijn de voorziene 50 miljard investeringen teruggeschroefd naar 29 miljard voor de volgende meerjarenbegroting 2014-2020. Gelukkig is dat nog steeds veel meer dan tijdens de vorige meerjarenbegroting, zegt Saïd El Khadraoui.
Personen- en goederenverkeer razen dagelijks door heel Europa. De vlotte doorstroming werd in het verleden voornamelijk door de lidstaten georganiseerd, zegt Europees transportspecialist Saïd El Khadraoui. Het gevolg was dat noodzakelijke verbindingen aan de grenzen vaak verwaarloosd werden en voor vertragende bottlenecks en missing links zorgden. Het huidige beleid was daarom aan een herziening toe. In de toekomst zullen havens bijvoorbeeld beter moeten aansluiten op spoorverbindingen. Van de 82 Europese havens zijn er vandaag slechts 35 bereikbaar via het spoor. Alle transport moet dus via vrachtwagens gebeuren. Dat is nefast voor het milieu en doet de wegen dichtslibben.
Met de nieuwe richtlijnen voor het Trans Europese Netwerk voor Transport (TEN-T) wil de Europese Unie een kernnetwerk uitbouwen dat de doorstroming van het Europese transport tegen 2030 wil verbeteren. Tegen 2050 moet ook een ondersteunend netwerk van transportroutes uitgebouwd zijn. TEN-T legt de voorwaarden vast voor investeringen in cruciale infrastructuur met een echte Europese meerwaarde. Als een lidstaat gebruik wil maken van Europese financiering moet het voldoen aan een hele lijst voorwaarden, zoals de normen voor technische installaties, veiligheidsvoorschriften voor tunnels of bruggen, computertechnologie voor de bediening en controle van spoorwegen en luchthaven, zodat in de hele Unie dezelfde criteria van toepassing zijn.
De middelen die daarvoor nodig zijn, worden vastgelegd in het zogenaamde CEF-dossier, Connecting Europe Facility, dat in detail bepaalt welke projecten op hoeveel steun vanuit Europa kunnen rekenen. Zo kunnen
grensoverschrijdende projecten voor spoor of binnenwateren rekenen op een financiering die kan oplopen tot 40 procent van de totale projectkost.
Tijdens de besprekingen vreesden we al dat er door de lidstaten fors zou beknibbeld worden op de budgetten, zegt Europees parlementslid en transportexpert Saïd El Khadraoui. Die vrees is ook uitgekomen. De voorziene 50 miljard euro wordt nu teruggeschroefd tot 29 miljard, waarvan 23 voor transport, 5 voor energie en 1 voor telecommunicatie. Van de 23 miljard voor transport zijn er 10 miljard voorbehouden voor de cohesielanden (de nieuwe lidstaten).
Hoewel we liever een groter budget hadden gezien, zijn de beschikbare 23 miljard beduidend meer dan de 8 miljard die in de vorige meerjarenbegroting uitgetrokken werd voor transport. Ons land kan nu mee putten uit een pot van 13 miljard euro (10 van de 23 miljard gaat immers naar de cohesielanden) die verdeeld moet worden over de lidstaten. België heeft als transitland flink wat troeven in handen, zegt El Khadraoui. Stedelijke knooppunten als Brussel en Antwerpen, de nationale luchthaven, de zeehavens Antwerpen, Zeebrugge, Oostende en Gent, de belangrijke binnenwateren en de verbindingen tussen de havens en de spoorwegen werden opgenomen in het kernnetwerk en kunnen in theorie rekenen op Europese middelen. Afhankelijk van de projecten die worden ingediend, zal ons land dus meer of minder middelen kunnen ontvangen.
El Khadraoui roept de bevoegde politici dan ook op om werk te maken van een eigentijds transportnetwerk, dat een Europese meerwaarde heeft. Het Europees parlementslid betreurt dat een dossier als de IJzeren Rijn, omwille van een gebrek aan politieke wil bij alle betrokken partners, niet meer is opgenomen in het nieuwe core-network. Gelukkig blijft de deur op een kier staan. Als bij de herziening van de TEN-T richtsnoeren in 2023 blijkt dat het project klaar is om op korte termijn verwezenlijkt te worden, kan het wel nog opgenomen worden in het core-netwerk en dus ook op financiering rekenen. Het zal dus van de betrokken lidstaten afhangen of de IJzeren Rijn er komt en of dat al dan niet met EU geld zal gebeuren.
Als we onvoldoende investeren in transportnetwerken, kan de interne markt niet behoorlijk functioneren, zegt Saïd El Khadraoui. Het vrachtvervoer zal bij ongewijzigd beleid tegen 2050 met 80 procent toenemen en het personenvervoer met meer dan 50 procent. Dat is niet alleen een gigantisch probleem als we de CO2-uitstoot willen beperken, maar het zal er ook voor zorgen dat we met zn allen stil staan. El Khadraoui wijst er ook op dat Europese investeringen in transport niet enkel bijdragen tot een vlottere doorstroming en een CO2-reductie, maar ook noodzakelijk zijn om de economie opnieuw aan te zwengelen. Voor elk miljoen dat de EU investeert in dergelijke grootschalige projecten, investeren de lidstaten 5 miljoen extra. Daar bovenop investeert de privé-sector nog eens 20 miljoen. Het Europese geld zorgt dus voor een hefboom die een investeringsgolf in gang kan zetten, zegt El Khadraoui.
Bron: politics.be
Personen- en goederenverkeer razen dagelijks door heel Europa. De vlotte doorstroming werd in het verleden voornamelijk door de lidstaten georganiseerd, zegt Europees transportspecialist Saïd El Khadraoui. Het gevolg was dat noodzakelijke verbindingen aan de grenzen vaak verwaarloosd werden en voor vertragende bottlenecks en missing links zorgden. Het huidige beleid was daarom aan een herziening toe. In de toekomst zullen havens bijvoorbeeld beter moeten aansluiten op spoorverbindingen. Van de 82 Europese havens zijn er vandaag slechts 35 bereikbaar via het spoor. Alle transport moet dus via vrachtwagens gebeuren. Dat is nefast voor het milieu en doet de wegen dichtslibben.
Met de nieuwe richtlijnen voor het Trans Europese Netwerk voor Transport (TEN-T) wil de Europese Unie een kernnetwerk uitbouwen dat de doorstroming van het Europese transport tegen 2030 wil verbeteren. Tegen 2050 moet ook een ondersteunend netwerk van transportroutes uitgebouwd zijn. TEN-T legt de voorwaarden vast voor investeringen in cruciale infrastructuur met een echte Europese meerwaarde. Als een lidstaat gebruik wil maken van Europese financiering moet het voldoen aan een hele lijst voorwaarden, zoals de normen voor technische installaties, veiligheidsvoorschriften voor tunnels of bruggen, computertechnologie voor de bediening en controle van spoorwegen en luchthaven, zodat in de hele Unie dezelfde criteria van toepassing zijn.
De middelen die daarvoor nodig zijn, worden vastgelegd in het zogenaamde CEF-dossier, Connecting Europe Facility, dat in detail bepaalt welke projecten op hoeveel steun vanuit Europa kunnen rekenen. Zo kunnen
grensoverschrijdende projecten voor spoor of binnenwateren rekenen op een financiering die kan oplopen tot 40 procent van de totale projectkost.
Tijdens de besprekingen vreesden we al dat er door de lidstaten fors zou beknibbeld worden op de budgetten, zegt Europees parlementslid en transportexpert Saïd El Khadraoui. Die vrees is ook uitgekomen. De voorziene 50 miljard euro wordt nu teruggeschroefd tot 29 miljard, waarvan 23 voor transport, 5 voor energie en 1 voor telecommunicatie. Van de 23 miljard voor transport zijn er 10 miljard voorbehouden voor de cohesielanden (de nieuwe lidstaten).
Hoewel we liever een groter budget hadden gezien, zijn de beschikbare 23 miljard beduidend meer dan de 8 miljard die in de vorige meerjarenbegroting uitgetrokken werd voor transport. Ons land kan nu mee putten uit een pot van 13 miljard euro (10 van de 23 miljard gaat immers naar de cohesielanden) die verdeeld moet worden over de lidstaten. België heeft als transitland flink wat troeven in handen, zegt El Khadraoui. Stedelijke knooppunten als Brussel en Antwerpen, de nationale luchthaven, de zeehavens Antwerpen, Zeebrugge, Oostende en Gent, de belangrijke binnenwateren en de verbindingen tussen de havens en de spoorwegen werden opgenomen in het kernnetwerk en kunnen in theorie rekenen op Europese middelen. Afhankelijk van de projecten die worden ingediend, zal ons land dus meer of minder middelen kunnen ontvangen.
El Khadraoui roept de bevoegde politici dan ook op om werk te maken van een eigentijds transportnetwerk, dat een Europese meerwaarde heeft. Het Europees parlementslid betreurt dat een dossier als de IJzeren Rijn, omwille van een gebrek aan politieke wil bij alle betrokken partners, niet meer is opgenomen in het nieuwe core-network. Gelukkig blijft de deur op een kier staan. Als bij de herziening van de TEN-T richtsnoeren in 2023 blijkt dat het project klaar is om op korte termijn verwezenlijkt te worden, kan het wel nog opgenomen worden in het core-netwerk en dus ook op financiering rekenen. Het zal dus van de betrokken lidstaten afhangen of de IJzeren Rijn er komt en of dat al dan niet met EU geld zal gebeuren.
Als we onvoldoende investeren in transportnetwerken, kan de interne markt niet behoorlijk functioneren, zegt Saïd El Khadraoui. Het vrachtvervoer zal bij ongewijzigd beleid tegen 2050 met 80 procent toenemen en het personenvervoer met meer dan 50 procent. Dat is niet alleen een gigantisch probleem als we de CO2-uitstoot willen beperken, maar het zal er ook voor zorgen dat we met zn allen stil staan. El Khadraoui wijst er ook op dat Europese investeringen in transport niet enkel bijdragen tot een vlottere doorstroming en een CO2-reductie, maar ook noodzakelijk zijn om de economie opnieuw aan te zwengelen. Voor elk miljoen dat de EU investeert in dergelijke grootschalige projecten, investeren de lidstaten 5 miljoen extra. Daar bovenop investeert de privé-sector nog eens 20 miljoen. Het Europese geld zorgt dus voor een hefboom die een investeringsgolf in gang kan zetten, zegt El Khadraoui.
Bron: politics.be