Stel je voor :
Een fabriek produceert vliegtuigen, en gebruikt daarvoor als grondstof aluminium. Het productieproces van de constructeur is wereldvermaard om zijn hoge kwaliteit, en de vliegtuigen die er van de band rollen behoren dan ook tot de wereldtop.
Door niet nader genoemde problemen bij de toeleveranciers komt echter de bevoorrading met aluminium in het gedrang, en moet er plots een bepaald percentage van het aluminium vervangen worden door blik. Bovendien wordt deze verandering niet in alle productielijnen binnen de fabriek in gelijke mate doorgevoerd. Sommige lijnen moeten nu dezelfde vliegtuigonderdelen produceren met 40 % aluminium en 60 % blik. Andere productielijnen merken nauwelijks een verschil, en krijgen 95 % aluminium en 5 % blik te verwerken. Gemiddeld over alle productielijnen wordt er 10 à 15 % blik door het aluminium gemengd.
Gevolg : op korte tijd merkt men dat de kwaliteit van de vliegtuigen daalt.
Op basis van die situatie : enkele vragen :
1) Een deel van de raad van bestuur is van mening dat de dalende kwaliteit van de vliegtuigen erop wijst dat het zo geroemde productieproces niet meer deugt, en moet aangepast worden aan de nieuwe realiteit. (Mening A)
Anderen blijven erbij dat een productieprocédé dat zijn deugdzaamheid bewezen heeft, behouden moet blijven, maar dat men gewoon geduld moet oefenen tot de toelevering van het aluminium weer hersteld wordt. Met blik kan je nu eenmaal niet dezelfde kwaliteit realiseren als met aluminium, en dan is die kwaliteitsdaling niet te vermijden. (Mening B)
Welke mening bent u toegedaan ?
2) Uiteraard is dit gelinkt aan de actualiteit van vandaag. U raadt vast wel welke vergelijking hier gemaakt wordt, ja ?
Een fabriek produceert vliegtuigen, en gebruikt daarvoor als grondstof aluminium. Het productieproces van de constructeur is wereldvermaard om zijn hoge kwaliteit, en de vliegtuigen die er van de band rollen behoren dan ook tot de wereldtop.
Door niet nader genoemde problemen bij de toeleveranciers komt echter de bevoorrading met aluminium in het gedrang, en moet er plots een bepaald percentage van het aluminium vervangen worden door blik. Bovendien wordt deze verandering niet in alle productielijnen binnen de fabriek in gelijke mate doorgevoerd. Sommige lijnen moeten nu dezelfde vliegtuigonderdelen produceren met 40 % aluminium en 60 % blik. Andere productielijnen merken nauwelijks een verschil, en krijgen 95 % aluminium en 5 % blik te verwerken. Gemiddeld over alle productielijnen wordt er 10 à 15 % blik door het aluminium gemengd.
Gevolg : op korte tijd merkt men dat de kwaliteit van de vliegtuigen daalt.
Op basis van die situatie : enkele vragen :
1) Een deel van de raad van bestuur is van mening dat de dalende kwaliteit van de vliegtuigen erop wijst dat het zo geroemde productieproces niet meer deugt, en moet aangepast worden aan de nieuwe realiteit. (Mening A)
Anderen blijven erbij dat een productieprocédé dat zijn deugdzaamheid bewezen heeft, behouden moet blijven, maar dat men gewoon geduld moet oefenen tot de toelevering van het aluminium weer hersteld wordt. Met blik kan je nu eenmaal niet dezelfde kwaliteit realiseren als met aluminium, en dan is die kwaliteitsdaling niet te vermijden. (Mening B)
Welke mening bent u toegedaan ?
2) Uiteraard is dit gelinkt aan de actualiteit van vandaag. U raadt vast wel welke vergelijking hier gemaakt wordt, ja ?