Een taal is geen natuurlijk product ( een kind moet in een taal geïnitieerd worden) noch een cultureel product (een taalsysteem kan niet zomaar veranderd worden). Een taal is wel een levend organisme dat zich wijzigt, zich verrijkt, elementen afstoot en andere opneemt. Kortom, talen leven maar sterven ook. Denk aan de levende en aan de dode talen. Van de 5000 talen die vandaag wereldwijd worden gesproken, sterven er jaarlijks zon 25 ! Een taal die sterft heeft haar communicatiemiddelen uitgeput en aldoende haar ondoeltreffendheid (inferioriteit) aangetoond.
Wanneer X het heeft over het agressieve Frans, het harde Duits kan hij geen objectieve taalkundige argumenten aangeven om die mening te staven. Hij kleurt zijn uitspraak met persoonlijke ervaringen: het Franstalige taalexpansionisme, het Duitse militarisme. Een andere uitspraak betreft de grotere muzikaliteit van de Romaanse talen i.v.m. andere talen. Een studie van de morfologie van het vocabularium heeft aangetoond dat 80% van de lettergrepen in het Frans open lettergrepen zijn. Voor het Nederlands zijn 80% van de lettergrepen gesloten wat leidt tot een andere perceptie van de muzikaliteit van beide talen. Geen reden echter om hier van superioriteit of inferioriteit te gewagen. Wel van grotere of mindere welluidendheid
Professor Martinet, prof. linguïstiek aan de Sorbonne, noemt het Frans une langue pauvre omdat de taalgebruikers in het Frans moeilijkheden hebben om nieuwe woorden te vormen : zij moeten te veel in het Grieks en Latijns vocabularium hun nieuwe woorden zoeken. Zo zie je maar .
Na deze algemene inleidende beschouwingen, nog dit
Een taal is een code, een gesloten systeem van grammaticale en lexicale tekens waarmee een uitzender een boodschap over een bepaalde context overbrengt naar een ontvanger. Indien de code te veel zwakheden, onduidelijkheden, dubbelzinnigheden, e.d. ( in vervoegingen, woordgebruik, meervoudsvormen, aanduidingen van heden, verleden, toekomst) bevat om de boodschap van de uitzender correct over te brengen, functioneert de code niet optimaal en dreigt degeneratie en uiteindelijk fataal verval. Heel wat indianentalen in Noord-Amerika en Afrikaanse talen zijn in die eindfase beland. Komt daarbij dat die talen geen schriftelijke traditie kennen wat referenties naar taalnormen sterk bemoeilijkt.
Om te besluiten zou ik dus stellen dat bepaalde talen hun communicatierol op een ontoereikende manier zijn gaan vervullen, hun doeltreffendheid en dus hun status van levende taal hebben verloren. In die context kan men dus van superieure en inferieure talen gewagen. Zoals ik van bij de aanvang van de discussie heb geschreven, geef ik een standpunt van taalkundige weer en spreek ik niet, zoals door mijn opponenten soms wordt beweerd, vanuit een of ander cultureel superioriteitsgevoel. Wat ik met deze bijdrage hoop te hebben aangetoond.
Wanneer X het heeft over het agressieve Frans, het harde Duits kan hij geen objectieve taalkundige argumenten aangeven om die mening te staven. Hij kleurt zijn uitspraak met persoonlijke ervaringen: het Franstalige taalexpansionisme, het Duitse militarisme. Een andere uitspraak betreft de grotere muzikaliteit van de Romaanse talen i.v.m. andere talen. Een studie van de morfologie van het vocabularium heeft aangetoond dat 80% van de lettergrepen in het Frans open lettergrepen zijn. Voor het Nederlands zijn 80% van de lettergrepen gesloten wat leidt tot een andere perceptie van de muzikaliteit van beide talen. Geen reden echter om hier van superioriteit of inferioriteit te gewagen. Wel van grotere of mindere welluidendheid
Professor Martinet, prof. linguïstiek aan de Sorbonne, noemt het Frans une langue pauvre omdat de taalgebruikers in het Frans moeilijkheden hebben om nieuwe woorden te vormen : zij moeten te veel in het Grieks en Latijns vocabularium hun nieuwe woorden zoeken. Zo zie je maar .
Na deze algemene inleidende beschouwingen, nog dit
Een taal is een code, een gesloten systeem van grammaticale en lexicale tekens waarmee een uitzender een boodschap over een bepaalde context overbrengt naar een ontvanger. Indien de code te veel zwakheden, onduidelijkheden, dubbelzinnigheden, e.d. ( in vervoegingen, woordgebruik, meervoudsvormen, aanduidingen van heden, verleden, toekomst) bevat om de boodschap van de uitzender correct over te brengen, functioneert de code niet optimaal en dreigt degeneratie en uiteindelijk fataal verval. Heel wat indianentalen in Noord-Amerika en Afrikaanse talen zijn in die eindfase beland. Komt daarbij dat die talen geen schriftelijke traditie kennen wat referenties naar taalnormen sterk bemoeilijkt.
Om te besluiten zou ik dus stellen dat bepaalde talen hun communicatierol op een ontoereikende manier zijn gaan vervullen, hun doeltreffendheid en dus hun status van levende taal hebben verloren. In die context kan men dus van superieure en inferieure talen gewagen. Zoals ik van bij de aanvang van de discussie heb geschreven, geef ik een standpunt van taalkundige weer en spreek ik niet, zoals door mijn opponenten soms wordt beweerd, vanuit een of ander cultureel superioriteitsgevoel. Wat ik met deze bijdrage hoop te hebben aangetoond.