Republiek Vlaanderen
In deze topic zal ik eens een poging doen om een realistisch voorbeeld te geven hoe een Vlaamse republiek er zou kunnen uitzien.
Grondgebied:
De republiek Vlaanderen zou bestaan uit huidige Vlaamse gewest + het Brusselse gewest. Brussel wordt de hoofdstad van Vlaanderen EN de hoofdstad van Wallonië. Er zal dus een gezamenlijk bestuur komt van Brussel-Hoofdstad. Dat betekent dat de helft van de zetels in de Brusselse gemeenteraad voor Wallonië is en dat de andere helft voor Vlaanderen is. Het het stadsbestuur moet de steun krijgen van de helft + 1 van de Vlaamse zetels en de helft +1 van de Waalse zetels. Ook het schepencollege moet bestaan uit de helft Vlamingen en de helft Walen. Brussel wordt verdeeld in districten net zoals Antwerpen waar dezelfde regels gelden als de gemeenteraad. Randgemeenten zoals Anderlecht en Molenbeek worden districten binnen Brussel-Hoofdstad. Het Brusselse gewest verdwijnt.
Vlaanderen zal bestaan uit 4 provincies:
West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant (bestaande uit de huidige provincies Vlaams Brabant en Antwerpen) en Limburg.
Om kosten te besparen komt er een fusie tussen de provincies Antwerpen en Vlaams Brabant. De toekomstige provincie Vlaams Brabant sluit dan ook veel beter aan bij het Vlaamse deel van het historische hertogdom Brabant.
De steden Brussel en Antwerpen behoren niet tot een provincie. De burgemeesters rapporteren rechtstreeks aan de Vlaamse regering (en Brussel ook aan de Waalse regering). Deze steden bestaan ook uit districten waardoor ze in feite een mini provincie zijn.
Er zal een heropwaardering komen van de provincies in de toekomstige Vlaamse republiek. Ze krijgen meer taken toegewezen die nu op gemeentelijk niveau of in intercommunales liggen.
Bestuur
Er zijn dus 3 bestuursniveaus:
Gemeentelijk niveau: waarbij Antwerpen en Brussel bestaan uit districtsraden, geleid door een burgemeester
Provinciaal niveau geleid door een gouverneur.
Vlaams niveau geleid door een minister president.
Het staatshoofd van de republiek Vlaanderen zal ook regeringsleider zijn. Het staatshoofd wordt diegene met het grootste aantal voorkeurstemmen van de grootste partij in het Vlaams Parlement.
Het Vlaams parlement zal bestaan uit 125 zetels.
40 zetels worden verkozen door een nationale Vlaamse kieskring. (Brusselaars zullen moeten kiezen of ze willen stemmen voor de Vlaamse regering of voor de Waalse regering).
85 zetels worden verkozen volgens 4 provinciale kieskringen + aparte kieskringen voor stad Antwerpen en stad Brussel.
De mensen krijgen dus twee stembiljetten. Het ene stembiljet is voor politici die kandideren voor een uitvoerend mandaat. Dus zij zijn kandidaat minister of minister-president. Deze mensen kandideren op de nationale kieslijst.
Mensen die enkel kandideren voor parlementslid kunnen zich stellen op de provinciale kieslijst.
Om de verkleutering van de politiek tegen te houden zullen kandidaten op de nationale kieslijsten onderworpen worden aan grondige mondelinge en schriftelijke examens door de Vlaamse commissie. De Vlaamse ministers zullen uitsluitend komen uit de verkozenen. Dus gedaan met een Ingrid Lieten of een Philippe Muytters. Ministers zullen zich dus altijd eerst kandidaat moeten stellen en voorafgaand moeten slagen voor de examens willen ze dus op de lijst komen. Voor kandidaat parlementsleden zijn de selectieproeven een stuk gemakkelijker.
De regeringsvorming:
Om eindeloze formaties te voorkomen moet er een regering zijn binnen de 150 dagen na de verkiezingen, zoniet wordt de Vlaamse Raad automatisch ontbonden en komen binnen de 50 dagen nieuwe verkiezingen.
Eens alle zetels zijn toegekend, heeft de grootste partij voor maximum 100 dagen het initiatiefrecht. Indien de grootste partij geen meerderheid heeft en niemand wil samen met die partij regeren, dan kan de grootste partij al eerder het initiatiefrecht doorgeven aan de Vlaamse commissie. De Vlaamse commissie heeft een hele reeks middelen om een crisis op te lossen. Zowieso komt ze aan zet na 150 dagen. De grootste partij mag kiezen met wie ze in zee gaat. Ze moet wel een inhoudelijke inspanning doen om de andere partij aan boord te krijgen. Indien de andere partijen allemaal samen doen tegen de grootste kunnen zij door de Vlaamse commissie besanctioneerd worden. Indien ze doordrijven tot 150 dagen na de verkiezingen en de grootste partij heeft redelijke voorstellen gedaan dan komen er nieuwe verkiezingen zonder de tegenwerkende partijen. Zij moeten dan een legislatuur overslaan. Indien de grootste partij echter weinig of geen inspanningen doet om tot een regering te komen, kan de Vlaamse commissie besluiten dat alle partijen mogen deelnemen aan de nieuwe verkiezingen. Ook een afspiegelingscollege onder leiding van de grootste partij is een mogelijkheid.
De Vlaamse commissie:
Zij speelt dus een erg belangrijke rol bij de regeringsvorming en bij bevoegdheidsconflicten. Zij heeft een bemiddelende rol maar kan ook beslissingen opleggen. Zij kan ook beslissingen van de regering of parlement vernietigen als ze ongrondwettelijk zijn.
De Vlaamse commissie bestaat uit 15 leden buiten de politiek:
De voorzitter is de aartsbisschop van Mechelen-Brussel: dus het hoofd van de katholieke kerk in Vlaanderen.
De katholieke kerk krijgt nog 2 zetels.
De rechterlijke macht krijgt 3 zetels.
Het Vlaamse Wacht (het reguliere leger) krijgt ook 3 zetels.
De Dietsche Militie (orde en veiligheidsdienst) krijgt 2 zetels.
De vakbonden krijgen twee zetels (voor de twee grootste vakbonden).
De werkgeversorganisaties krijgen ook twee zetels.
Later meer over provincie en gemeente...
In deze topic zal ik eens een poging doen om een realistisch voorbeeld te geven hoe een Vlaamse republiek er zou kunnen uitzien.
Grondgebied:
De republiek Vlaanderen zou bestaan uit huidige Vlaamse gewest + het Brusselse gewest. Brussel wordt de hoofdstad van Vlaanderen EN de hoofdstad van Wallonië. Er zal dus een gezamenlijk bestuur komt van Brussel-Hoofdstad. Dat betekent dat de helft van de zetels in de Brusselse gemeenteraad voor Wallonië is en dat de andere helft voor Vlaanderen is. Het het stadsbestuur moet de steun krijgen van de helft + 1 van de Vlaamse zetels en de helft +1 van de Waalse zetels. Ook het schepencollege moet bestaan uit de helft Vlamingen en de helft Walen. Brussel wordt verdeeld in districten net zoals Antwerpen waar dezelfde regels gelden als de gemeenteraad. Randgemeenten zoals Anderlecht en Molenbeek worden districten binnen Brussel-Hoofdstad. Het Brusselse gewest verdwijnt.
Vlaanderen zal bestaan uit 4 provincies:
West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant (bestaande uit de huidige provincies Vlaams Brabant en Antwerpen) en Limburg.
Om kosten te besparen komt er een fusie tussen de provincies Antwerpen en Vlaams Brabant. De toekomstige provincie Vlaams Brabant sluit dan ook veel beter aan bij het Vlaamse deel van het historische hertogdom Brabant.
De steden Brussel en Antwerpen behoren niet tot een provincie. De burgemeesters rapporteren rechtstreeks aan de Vlaamse regering (en Brussel ook aan de Waalse regering). Deze steden bestaan ook uit districten waardoor ze in feite een mini provincie zijn.
Er zal een heropwaardering komen van de provincies in de toekomstige Vlaamse republiek. Ze krijgen meer taken toegewezen die nu op gemeentelijk niveau of in intercommunales liggen.
Bestuur
Er zijn dus 3 bestuursniveaus:
Gemeentelijk niveau: waarbij Antwerpen en Brussel bestaan uit districtsraden, geleid door een burgemeester
Provinciaal niveau geleid door een gouverneur.
Vlaams niveau geleid door een minister president.
Het staatshoofd van de republiek Vlaanderen zal ook regeringsleider zijn. Het staatshoofd wordt diegene met het grootste aantal voorkeurstemmen van de grootste partij in het Vlaams Parlement.
Het Vlaams parlement zal bestaan uit 125 zetels.
40 zetels worden verkozen door een nationale Vlaamse kieskring. (Brusselaars zullen moeten kiezen of ze willen stemmen voor de Vlaamse regering of voor de Waalse regering).
85 zetels worden verkozen volgens 4 provinciale kieskringen + aparte kieskringen voor stad Antwerpen en stad Brussel.
De mensen krijgen dus twee stembiljetten. Het ene stembiljet is voor politici die kandideren voor een uitvoerend mandaat. Dus zij zijn kandidaat minister of minister-president. Deze mensen kandideren op de nationale kieslijst.
Mensen die enkel kandideren voor parlementslid kunnen zich stellen op de provinciale kieslijst.
Om de verkleutering van de politiek tegen te houden zullen kandidaten op de nationale kieslijsten onderworpen worden aan grondige mondelinge en schriftelijke examens door de Vlaamse commissie. De Vlaamse ministers zullen uitsluitend komen uit de verkozenen. Dus gedaan met een Ingrid Lieten of een Philippe Muytters. Ministers zullen zich dus altijd eerst kandidaat moeten stellen en voorafgaand moeten slagen voor de examens willen ze dus op de lijst komen. Voor kandidaat parlementsleden zijn de selectieproeven een stuk gemakkelijker.
De regeringsvorming:
Om eindeloze formaties te voorkomen moet er een regering zijn binnen de 150 dagen na de verkiezingen, zoniet wordt de Vlaamse Raad automatisch ontbonden en komen binnen de 50 dagen nieuwe verkiezingen.
Eens alle zetels zijn toegekend, heeft de grootste partij voor maximum 100 dagen het initiatiefrecht. Indien de grootste partij geen meerderheid heeft en niemand wil samen met die partij regeren, dan kan de grootste partij al eerder het initiatiefrecht doorgeven aan de Vlaamse commissie. De Vlaamse commissie heeft een hele reeks middelen om een crisis op te lossen. Zowieso komt ze aan zet na 150 dagen. De grootste partij mag kiezen met wie ze in zee gaat. Ze moet wel een inhoudelijke inspanning doen om de andere partij aan boord te krijgen. Indien de andere partijen allemaal samen doen tegen de grootste kunnen zij door de Vlaamse commissie besanctioneerd worden. Indien ze doordrijven tot 150 dagen na de verkiezingen en de grootste partij heeft redelijke voorstellen gedaan dan komen er nieuwe verkiezingen zonder de tegenwerkende partijen. Zij moeten dan een legislatuur overslaan. Indien de grootste partij echter weinig of geen inspanningen doet om tot een regering te komen, kan de Vlaamse commissie besluiten dat alle partijen mogen deelnemen aan de nieuwe verkiezingen. Ook een afspiegelingscollege onder leiding van de grootste partij is een mogelijkheid.
De Vlaamse commissie:
Zij speelt dus een erg belangrijke rol bij de regeringsvorming en bij bevoegdheidsconflicten. Zij heeft een bemiddelende rol maar kan ook beslissingen opleggen. Zij kan ook beslissingen van de regering of parlement vernietigen als ze ongrondwettelijk zijn.
De Vlaamse commissie bestaat uit 15 leden buiten de politiek:
De voorzitter is de aartsbisschop van Mechelen-Brussel: dus het hoofd van de katholieke kerk in Vlaanderen.
De katholieke kerk krijgt nog 2 zetels.
De rechterlijke macht krijgt 3 zetels.
Het Vlaamse Wacht (het reguliere leger) krijgt ook 3 zetels.
De Dietsche Militie (orde en veiligheidsdienst) krijgt 2 zetels.
De vakbonden krijgen twee zetels (voor de twee grootste vakbonden).
De werkgeversorganisaties krijgen ook twee zetels.
Later meer over provincie en gemeente...