De voorzitter en de algemeen secretaris hebben verslag uitgebracht aan hun instanties, beroepscentrales en gewestelijke afdelingen, over de stand van zaken betreffende de adviezen die de regering aan de sociale gesprekspartners gevraagd heeft. Het ABVV is van mening dat het vandaag het sociaal overleg niet kan verder zetten. Bij zijn analyse hield het ABVV rekening met:
Ø De stand van zaken van het overleg
Het ABVV heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en wilde niet het spel spelen van de lege stoel, maar integendeel effectief aan de onderhandelingstafel plaatsnemen. Het ABVV stelt echter vast dat niet iedereen het spel correct speelt. Zo sprak het ABVV de regering aan over de dringende noodzaak om de eerste al goedgekeurde adviezen uit te voeren, meer bepaald de adviezen over de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen (die, zonder de tegenwerking van de werkgevers, al een feit hadden moeten zijn sinds 15 september 2012) en de verhoging van het interprofessioneel minimumloon.
Ø De houding van regering en werkgevers
De werknemers en de mensen die een sociale uitkering ontvangen vinden het onaanvaardbaar dat de regering de patronale eisen overgenomen heeft:
§ de bevriezing van de lonen, eenzijdig opgelegd door de regering (waardoor het volledig sociaal overleg in het kader van een interprofessioneel akkoord aan de kant geschoven wordt);
§ de feitelijke herziening van de indexkorf (voorzien voor 2014) door het meetellen van de solden en de nieuwe berekeningswijze voor huisbrandolie (wat neerkomt op een verlies van 80 à 90 euro per jaar voor een gemiddeld loon).
Ø De sociaal-economische context
De werknemers worden slachtoffer van een nooit geziene ontslaggolf (Ford en Arcelor om de recentste te noemen), waardoor ze in de werkloosheid terechtkomen. En de werkgevers eisen een verlenging van de arbeidstijd door een verhoging van het aantal overuren. Het is onaanvaardbaar dat de mogelijkheid voor sommige werknemers om nog meer overuren te presteren nog uitgebreid wordt, terwijl anderen ontslagen worden en geen job meer hebben, en dat alles zonder garantie over een elektronische tijdsregistratie die een grotere vakbondscontrole zou kunnen toelaten.
In tegenstelling tot de geruchten die de ronde doen, zijn de verschillende adviezen niet met elkaar verbonden. Dat is de reden waarom het ABVV de onmiddellijke toepassing door de regering vraagt van het advies betreffende de welvaartsvastheid en de verhoging van het interprofessioneel bruto minimumloon, met inbegrip van het jongerenloon.
Bovendien moeten de werknemers en hun vertegenwoordigers gerustgesteld worden over de ware bedoelingen van de regering en de werkgevers in verband met het dossier arbeiders/bedienden en de daaruit voortvloeiende bescherming die in deze tijden van crisis meer dan nodig is.
Op 21 februari zal het ABVV massaal in Brussel mobiliseren voor het behoud en de verhoging van de koopkracht van de werknemers, dus voor het onverkorte behoud van de index, tegen de loonbevriezing en voor een rechtvaardiger, meer progressieve fiscaliteit.
Bron: politics.be
Ø De stand van zaken van het overleg
Het ABVV heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en wilde niet het spel spelen van de lege stoel, maar integendeel effectief aan de onderhandelingstafel plaatsnemen. Het ABVV stelt echter vast dat niet iedereen het spel correct speelt. Zo sprak het ABVV de regering aan over de dringende noodzaak om de eerste al goedgekeurde adviezen uit te voeren, meer bepaald de adviezen over de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen (die, zonder de tegenwerking van de werkgevers, al een feit hadden moeten zijn sinds 15 september 2012) en de verhoging van het interprofessioneel minimumloon.
Ø De houding van regering en werkgevers
De werknemers en de mensen die een sociale uitkering ontvangen vinden het onaanvaardbaar dat de regering de patronale eisen overgenomen heeft:
§ de bevriezing van de lonen, eenzijdig opgelegd door de regering (waardoor het volledig sociaal overleg in het kader van een interprofessioneel akkoord aan de kant geschoven wordt);
§ de feitelijke herziening van de indexkorf (voorzien voor 2014) door het meetellen van de solden en de nieuwe berekeningswijze voor huisbrandolie (wat neerkomt op een verlies van 80 à 90 euro per jaar voor een gemiddeld loon).
Ø De sociaal-economische context
De werknemers worden slachtoffer van een nooit geziene ontslaggolf (Ford en Arcelor om de recentste te noemen), waardoor ze in de werkloosheid terechtkomen. En de werkgevers eisen een verlenging van de arbeidstijd door een verhoging van het aantal overuren. Het is onaanvaardbaar dat de mogelijkheid voor sommige werknemers om nog meer overuren te presteren nog uitgebreid wordt, terwijl anderen ontslagen worden en geen job meer hebben, en dat alles zonder garantie over een elektronische tijdsregistratie die een grotere vakbondscontrole zou kunnen toelaten.
In tegenstelling tot de geruchten die de ronde doen, zijn de verschillende adviezen niet met elkaar verbonden. Dat is de reden waarom het ABVV de onmiddellijke toepassing door de regering vraagt van het advies betreffende de welvaartsvastheid en de verhoging van het interprofessioneel bruto minimumloon, met inbegrip van het jongerenloon.
Bovendien moeten de werknemers en hun vertegenwoordigers gerustgesteld worden over de ware bedoelingen van de regering en de werkgevers in verband met het dossier arbeiders/bedienden en de daaruit voortvloeiende bescherming die in deze tijden van crisis meer dan nodig is.
Op 21 februari zal het ABVV massaal in Brussel mobiliseren voor het behoud en de verhoging van de koopkracht van de werknemers, dus voor het onverkorte behoud van de index, tegen de loonbevriezing en voor een rechtvaardiger, meer progressieve fiscaliteit.
Bron: politics.be