Na maanden hard werk met de verschillende meerderheidspartijen en de betrokken actoren uit het middenveld, ligt er nu een ontwerp van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling voor Brussel op tafel. Bruno De Lille, Brussels staatssecretaris voor Mobiliteit, is tevreden met een aantal belangrijke keuzes die er gemaakt zijn.
Bruno De Lille: Ik ben bijzonder blij dat we de visie van de Brusselse regering op het Gewest eindelijk aan de bevolking zullen kunnen voorleggen, en het stemt me nog meer tevreden dat de groene visie op de stad van de nabijheid de rode draad vormt in het plan voor de toekomst van Brussel. Wij pleiten al langer voor een visie op de stad die minder centralistisch is, maar die bestaat uit verschillende polen met hun eigen voorzieningen en identiteit.
Rond deze polen - polen die goed ontsloten moeten zijn door openbaar vervoer worden functies als wonen/werken/ontspanning/diensten e.a. gebundeld. Daardoor is binnen die polen alles op wandelafstand. We hadden deze keuze al gemaakt in het Iris 2-plan, het goederenvervoerplan en het voetgangersplan. Ook in de visie op de ontwikkeling van het spoor binnen Brussel, die we enkele maanden geleden aan de minister voor overheidsbedrijven bezorgden, zag je de keuze voor een decentrale ontwikkeling van het Gewest.
Voor de groene Staatssecretaris is het werken met 6 zones geen voorafname op een mogelijke politieke hertekening van Brussel. Het zijn ontwikkelingszones die een bepaalde stedelijke problematiek gemeen hebben, maar het zijn voor hem geen politieke zones of toekomstige gemeentegrenzen. Bruno De Lille: Ik heb het al eerder gezegd, als we binnen het Gewest een aantal supergemeentes creëren, dan krijgen we een cascade aan conflicten. In dat opzicht is het werken dicht bij de mensen op het niveau van een honderdtal wijken (districten?) logischer.
Verder is het erg belangrijk dat dit GPDO zich inschrijft in het Brussels Metropolitan-verhaal. Ons Gewest is geen eiland, de ontwikkeling ervan kan niet los gezien worden van wat er in Vlaanderen en Wallonië gebeurt. Er zal dus nood zijn aan een intensief overleg met onze buren, willen we van dit GPDO een echt succes maken. Dit is een kans. Hoe beter Brussel functioneert, hoe beter dit ook is voor onze Vlaamse en Waalse buren., zegt Bruno De Lille.
Het werk is nog niet afgelopen. Over de grote lijnen is iedereen het eens, over de details zal de komende weken nog heel wat gediscussieerd worden binnen de ministerraad. Daarna wordt het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling aan de Brusselaars voorgelegd.
Heleen Van Pelt
Woordvoerster | Porte-parole
Kabinet van Staatssecretaris Bruno De Lille
Bron: politics.be
Bruno De Lille: Ik ben bijzonder blij dat we de visie van de Brusselse regering op het Gewest eindelijk aan de bevolking zullen kunnen voorleggen, en het stemt me nog meer tevreden dat de groene visie op de stad van de nabijheid de rode draad vormt in het plan voor de toekomst van Brussel. Wij pleiten al langer voor een visie op de stad die minder centralistisch is, maar die bestaat uit verschillende polen met hun eigen voorzieningen en identiteit.
Rond deze polen - polen die goed ontsloten moeten zijn door openbaar vervoer worden functies als wonen/werken/ontspanning/diensten e.a. gebundeld. Daardoor is binnen die polen alles op wandelafstand. We hadden deze keuze al gemaakt in het Iris 2-plan, het goederenvervoerplan en het voetgangersplan. Ook in de visie op de ontwikkeling van het spoor binnen Brussel, die we enkele maanden geleden aan de minister voor overheidsbedrijven bezorgden, zag je de keuze voor een decentrale ontwikkeling van het Gewest.
Voor de groene Staatssecretaris is het werken met 6 zones geen voorafname op een mogelijke politieke hertekening van Brussel. Het zijn ontwikkelingszones die een bepaalde stedelijke problematiek gemeen hebben, maar het zijn voor hem geen politieke zones of toekomstige gemeentegrenzen. Bruno De Lille: Ik heb het al eerder gezegd, als we binnen het Gewest een aantal supergemeentes creëren, dan krijgen we een cascade aan conflicten. In dat opzicht is het werken dicht bij de mensen op het niveau van een honderdtal wijken (districten?) logischer.
Verder is het erg belangrijk dat dit GPDO zich inschrijft in het Brussels Metropolitan-verhaal. Ons Gewest is geen eiland, de ontwikkeling ervan kan niet los gezien worden van wat er in Vlaanderen en Wallonië gebeurt. Er zal dus nood zijn aan een intensief overleg met onze buren, willen we van dit GPDO een echt succes maken. Dit is een kans. Hoe beter Brussel functioneert, hoe beter dit ook is voor onze Vlaamse en Waalse buren., zegt Bruno De Lille.
Het werk is nog niet afgelopen. Over de grote lijnen is iedereen het eens, over de details zal de komende weken nog heel wat gediscussieerd worden binnen de ministerraad. Daarna wordt het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling aan de Brusselaars voorgelegd.
Heleen Van Pelt
Woordvoerster | Porte-parole
Kabinet van Staatssecretaris Bruno De Lille
Bron: politics.be