De nood aan infrastructuur voor ouderen zal door de vergrijzing alleen maar toenemen. VIPA helpt om ouderen zorg te bieden in een woonplaats waar ze zich thuis voelen. Voor de bouw van een nieuw woonzorgcentrum kan een initiatiefnemer VIPA-betoelaging aanvragen tot 60% van de bouwkost. VIPA financiert echter enkel VZW`s en OCMWs en niet de commerciële sector. Maar dat blijkt niet het enige knelpunt.
Het Vlaams Parlement raakte het, op basis van een rapport van de Leuvense professor Pacolet, en onder impuls van Vlaams volksvertegenwoordiger Sonja Claes, eens over een noodzakelijke hervorming van de zorgfinanciering van senioren, opgenomen in een ouderenvoorziening.
Sonja Claes: Alle knelpunten uit het rapport Pacolet worden met deze VIPA-hertekening weggewerkt. Daarmee worden alle randvoorwaarden voor kwalitatieve zorg gecreëerd. Maar daarmee ben je er natuurlijk nog niet zeker van dat eventuele wantoestanden in bepaalde rusthuizen onmogelijk worden gemaakt. Daarvoor is bovenop deze hervorming een uitbreiding van het aantal onaangekondigde controles nodig.
VIPA te duur, te armlastig en zonder impact op de ligdagprijs
De voorbije jaren was er veel kritiek op VIPA. Minister Vandeurzen gaf professor Pacolet (KU Leuven) daarop de opdracht tot het maken van een vergelijkende studie. Deze studie bevestigt heel wat problemen. Zo is bouwen met VIPA maar even 31% duurder, dan bouwen zonder VIPA. Dat wordt verklaard doordat:
· VIPA-voorzieningen meer en grotere gemeenschappelijke ruimtes moeten voorzien;
· de prijs met 11% stijgt als gevolg van de verplichte procedure van openbare aanbesteding;
· VIPA hogere normen oplegt inzake duurzaamheid;
· Een VIPA-project een grotere administratieve kost met zich meebrengt;
· De VIPA-procedure zorg voor een grote tijdsspanne tussen het maken van het ontwerp en de realisatie.
Met VIPA
Zonder VIPA
Kostprijs
1.857/m²
1.422/m²
Gemeenschappelijke ruimtes
84,1 m²/bewoner
44,2 m²/bewoner
Professor Pacolet onderzocht tevens de impact van de infrastructuurbetoelaging op de dagprijs. Die bleek onbestaande: de dagprijs in VIPA-betoelaagde en niet-VIPA-betoelaagde voorzieningen is gelijk.
Die vaststelling wordt nog mee verklaard aan de hand van andere studies, die uitwijzen dat vzw- en OCMW-rusthuizen meer personeel inzetten, dan de commerciële sector.
Personeelsleden per 100 bewoners
OCMW
38,14
vzw
34,54
Commercieel
28,14
De VIPA-resolutie
Uit hoorzittingen bleek dat zowel de sector als het Vlaams Parlement vragende partij waren om de knelpunten te verhelpen. Dat resulteerde in een resolutie die door CD&V, N-VA, SP.A, Open VLD, LDD, en Groen werd ingediend.
In de resolutie stelt het parlement een uitdoofsenario voor. Voorzieningen met een goedgekeurd zorgstrategisch plan kunnen nog tot eind 2014 een financieel technisch plan indienen.
De financiering van de ouderenzorg zal dan definitief hervormd worden tegen 2016. Dan krijgt Vlaanderen alle bevoegdheden inzake ouderenzorg, ten gevolge van de 6de staatshervorming, en kan het VIPA-verhaal ingepast worden in een coherente zorgaanpak.
De voorgestelde hervorming loopt via een aantal principes:
· Iedere oudere die opgenomen is in een rusthuis moet gelijk behandeld worden ongeacht de rechtsvorm van de voorziening waarin hij verblijft.
· Een opsplitsing van de woon- en de zorgkost maakt dat de overheid de zorgkost op zich neemt, en de woonkost gedragen wordt door de zorgbehoevende en de voorziening. Er wordt voorzien in sociale correcties.
· De overheidssidiëring wordt afhankelijk gemaakt van onder meer:
- het voeren van een uniforme en transparante boekhouding;
- een duidelijke begrenzing van een eventueel aan derden verschuldigde vergoeding voor infrastructuur, zodat deze maktconform is;
- de naleving van kwaliteitsstandaarden inzake zorgverlening en infrastructuur, waarbij ook rekening wordt gehouden met het welzijn van de gebruikers via een geobjectiveerde bevraging van de gebruikers of hun familieleden;
- de controle op de dagprijs en supplementen ten laste van de gebruiker, waardoor het maken van woekerwinsten op kap van de zorgbehoevende of zijn familie onmogelijk wordt;
- de beschikbaarheid van publieke middelen.
Een kenniscentrum (het huidige VIPA?) zal initiatiefnemers kunnen begeleiden en ondersteunen tijdens het bouwproces.
Met deze nieuwe aanpak:
· krijgt de overheid meer impact op de kwaliteit van de infrastuctuur en de zorg;
· zal de bouw van voorzieningen vlotter verlopen en met minder administratieve lasten gepaard gaan;
· krijgt de ouderenvoorziening voor elke senior met een vergelijkbaar zorgprofiel dezelfde financiële ondersteuning.
SONJA CLAES Vlaams Parlementslid CD&V
Hans KNOP Persverantwoordelijke CD&V-fractie | Vlaams Parlement - 1011 Brussel
Bron: politics.be
Het Vlaams Parlement raakte het, op basis van een rapport van de Leuvense professor Pacolet, en onder impuls van Vlaams volksvertegenwoordiger Sonja Claes, eens over een noodzakelijke hervorming van de zorgfinanciering van senioren, opgenomen in een ouderenvoorziening.
Sonja Claes: Alle knelpunten uit het rapport Pacolet worden met deze VIPA-hertekening weggewerkt. Daarmee worden alle randvoorwaarden voor kwalitatieve zorg gecreëerd. Maar daarmee ben je er natuurlijk nog niet zeker van dat eventuele wantoestanden in bepaalde rusthuizen onmogelijk worden gemaakt. Daarvoor is bovenop deze hervorming een uitbreiding van het aantal onaangekondigde controles nodig.
VIPA te duur, te armlastig en zonder impact op de ligdagprijs
De voorbije jaren was er veel kritiek op VIPA. Minister Vandeurzen gaf professor Pacolet (KU Leuven) daarop de opdracht tot het maken van een vergelijkende studie. Deze studie bevestigt heel wat problemen. Zo is bouwen met VIPA maar even 31% duurder, dan bouwen zonder VIPA. Dat wordt verklaard doordat:
· VIPA-voorzieningen meer en grotere gemeenschappelijke ruimtes moeten voorzien;
· de prijs met 11% stijgt als gevolg van de verplichte procedure van openbare aanbesteding;
· VIPA hogere normen oplegt inzake duurzaamheid;
· Een VIPA-project een grotere administratieve kost met zich meebrengt;
· De VIPA-procedure zorg voor een grote tijdsspanne tussen het maken van het ontwerp en de realisatie.
Met VIPA
Zonder VIPA
Kostprijs
1.857/m²
1.422/m²
Gemeenschappelijke ruimtes
84,1 m²/bewoner
44,2 m²/bewoner
Professor Pacolet onderzocht tevens de impact van de infrastructuurbetoelaging op de dagprijs. Die bleek onbestaande: de dagprijs in VIPA-betoelaagde en niet-VIPA-betoelaagde voorzieningen is gelijk.
Die vaststelling wordt nog mee verklaard aan de hand van andere studies, die uitwijzen dat vzw- en OCMW-rusthuizen meer personeel inzetten, dan de commerciële sector.
Personeelsleden per 100 bewoners
OCMW
38,14
vzw
34,54
Commercieel
28,14
De VIPA-resolutie
Uit hoorzittingen bleek dat zowel de sector als het Vlaams Parlement vragende partij waren om de knelpunten te verhelpen. Dat resulteerde in een resolutie die door CD&V, N-VA, SP.A, Open VLD, LDD, en Groen werd ingediend.
In de resolutie stelt het parlement een uitdoofsenario voor. Voorzieningen met een goedgekeurd zorgstrategisch plan kunnen nog tot eind 2014 een financieel technisch plan indienen.
De financiering van de ouderenzorg zal dan definitief hervormd worden tegen 2016. Dan krijgt Vlaanderen alle bevoegdheden inzake ouderenzorg, ten gevolge van de 6de staatshervorming, en kan het VIPA-verhaal ingepast worden in een coherente zorgaanpak.
De voorgestelde hervorming loopt via een aantal principes:
· Iedere oudere die opgenomen is in een rusthuis moet gelijk behandeld worden ongeacht de rechtsvorm van de voorziening waarin hij verblijft.
· Een opsplitsing van de woon- en de zorgkost maakt dat de overheid de zorgkost op zich neemt, en de woonkost gedragen wordt door de zorgbehoevende en de voorziening. Er wordt voorzien in sociale correcties.
· De overheidssidiëring wordt afhankelijk gemaakt van onder meer:
- het voeren van een uniforme en transparante boekhouding;
- een duidelijke begrenzing van een eventueel aan derden verschuldigde vergoeding voor infrastructuur, zodat deze maktconform is;
- de naleving van kwaliteitsstandaarden inzake zorgverlening en infrastructuur, waarbij ook rekening wordt gehouden met het welzijn van de gebruikers via een geobjectiveerde bevraging van de gebruikers of hun familieleden;
- de controle op de dagprijs en supplementen ten laste van de gebruiker, waardoor het maken van woekerwinsten op kap van de zorgbehoevende of zijn familie onmogelijk wordt;
- de beschikbaarheid van publieke middelen.
Een kenniscentrum (het huidige VIPA?) zal initiatiefnemers kunnen begeleiden en ondersteunen tijdens het bouwproces.
Met deze nieuwe aanpak:
· krijgt de overheid meer impact op de kwaliteit van de infrastuctuur en de zorg;
· zal de bouw van voorzieningen vlotter verlopen en met minder administratieve lasten gepaard gaan;
· krijgt de ouderenvoorziening voor elke senior met een vergelijkbaar zorgprofiel dezelfde financiële ondersteuning.
SONJA CLAES Vlaams Parlementslid CD&V
Hans KNOP Persverantwoordelijke CD&V-fractie | Vlaams Parlement - 1011 Brussel
Bron: politics.be