Competitiviteit havens en concurrentiepositie van België als logistieke hub in gevaar en industrie zwaar onder druk - Eind juni zijn de subsidies voor het gecombineerd en het verspreid vervoer stopgezet. Dat heeft belangrijke gevolgen voor het spooraanbod in België.Politiek akkoord, maar voorstel niet gestemdDe overheid erkent de noodzaak om het spoorvervoer te ondersteunen en bevestigt dat, gelet op de strenge milieu- en veiligheidsnormen, goederen beter per trein dan per vrachtwagen vervoerd kunnen worden. Door het toekennen van de subsidies begin dit jaar gaf de overheid tevens aan dat de omstandigheden moeten gecreëerd worden om het spoorvervoer rendabel te maken.
Voor de begrotingsronde lag een voorstel op tafel waar een politiek akkoord over was; desondanks worden de steunmaatregelen stopgezet. De havens, de havenbedrijven, de terminals, de industrie en de spooroperatoren zijn hierover verbaasd en teleurgesteld. Dit wijst volgens hen op een onderschatting van het belang van het spoor voor de Belgische economie.
Subsidiëring van het verspreid vervoer gedurende 6 maanden is onvoldoende
Sinds het begin van dit jaar heeft de Belgische overheid een subsidie toegekend voor het verspreid vervoer*, eerst voor 2 maanden, daarna opnieuw voor 4 maanden, om op die manier de omstandigheden te creëren om deze activiteit rendabel te maken. Aan de toekenning van deze steun werden op dat moment immers een aantal voorwaarden verbonden. Spooroperatoren die subsidies genoten, moesten de efficiëntie van hun activiteiten verbeteren en structurele oplossingen voorzien om rendabel te worden. De spooroperatoren hebben belangrijke inspanningen geleverd en positieve resultaten geboekt. Een transitieperiode van zes maanden is echter te kort om een ingrijpende omslag te kunnen realiseren. Het gaat immers om belangrijke ingrepen die een mogelijke impact hebben op de werking van de industriële klanten en die niet van de ene dag op de andere kunnen worden doorgevoerd.
Verspreid vervoer is cruciaal voor de industrie
Hoewel het verspreid vervoer voor 90% internationaal is, is het cruciaal voor belangrijke onderdelen van de Belgische economie. Vooral de (petro)chemie en metaalindustrie in België zijn sterk afhankelijk van deze transporten. In 2011 werden in België ongeveer 8 miljoen ton goederen via het verspreid vervoer getransporteerd van en naar ruim 300 industriële sites. Een performant netwerk voor verspreid vervoer is ook een troef voor de concurrentiepositie van de Belgische maritieme havens en Antwerpen in het bijzonder.
De beslissing om het verspreid vervoer (deels) stop te zetten zou een directe impact hebben op de werking en toekomst van industriële sites in de (petro)chemie en metaalindustrie, de concurrentiepositie van de zeehavens, de investeringen in België, de werkgelegenheid en de uitstoot van zwavel en CO2 (zon 105.000 ton per jaar omwille bijkomend wegvervoer). Zonder actie van de overheid krijgt de Belgische economie een zware schok te verwerken, zonder nog maar te spreken over de impact op veiligheid, leefmilieu en mobiliteit.* Het verspreid vervoer is een geïntegreerd transportsysteem om, door het samenbrengen van volumes van verschillende klanten, per klant een relatief klein aantal wagons te vervoeren via het spoor. Door het hoge aantal noodzakelijke rangeeroperaties en lokale bedieningen is dit een arbeidsintensieve dienst, waarvoor voldoende schaal nodig is. De complexiteit van het verspreid vervoer is de reden dat het ondersteund wordt door de overheden van Zwitserland en Oostenrijk, maar ook dat het in vele andere Europese landen afgebouwd is (Frankrijk, Spanje, Italië).
PERSBERICHT
Competitiviteit havens en concurrentiepositie van België als logistieke hub in gevaar en industrie zwaar onder druk
Brussel, 5 juli 2013 - Eind juni zijn de subsidies voor het gecombineerd en het verspreid vervoer stopgezet. Dat heeft belangrijke gevolgen voor het spooraanbod in België.
Politiek akkoord, maar voorstel niet gestemd
De overheid erkent de noodzaak om het spoorvervoer te ondersteunen en bevestigt dat, gelet op de strenge milieu- en veiligheidsnormen, goederen beter per trein dan per vrachtwagen vervoerd kunnen worden. Door het toekennen van de subsidies begin dit jaar gaf de overheid tevens aan dat de omstandigheden moeten gecreëerd worden om het spoorvervoer rendabel te maken.
Voor de begrotingsronde lag een voorstel op tafel waar een politiek akkoord over was; desondanks worden de steunmaatregelen stopgezet. De havens, de havenbedrijven, de terminals, de industrie en de spooroperatoren zijn hierover verbaasd en teleurgesteld. Dit wijst volgens hen op een onderschatting van het belang van het spoor voor de Belgische economie.
Subsidiëring van het verspreid vervoer gedurende 6 maanden is onvoldoende
Sinds het begin van dit jaar heeft de Belgische overheid een subsidie toegekend voor het verspreid vervoer*, eerst voor 2 maanden, daarna opnieuw voor 4 maanden, om op die manier de omstandigheden te creëren om deze activiteit rendabel te maken. Aan de toekenning van deze steun werden op dat moment immers een aantal voorwaarden verbonden. Spooroperatoren die subsidies genoten, moesten de efficiëntie van hun activiteiten verbeteren en structurele oplossingen voorzien om rendabel te worden. De spooroperatoren hebben belangrijke inspanningen geleverd en positieve resultaten geboekt. Een transitieperiode van zes maanden is echter te kort om een ingrijpende omslag te kunnen realiseren. Het gaat immers om belangrijke ingrepen die een mogelijke impact hebben op de werking van de industriële klanten en die niet van de ene dag op de andere kunnen worden doorgevoerd.
Verspreid vervoer is cruciaal voor de industrie
Hoewel het verspreid vervoer voor 90% internationaal is, is het cruciaal voor belangrijke onderdelen van de Belgische economie. Vooral de (petro)chemie en metaalindustrie in België zijn sterk afhankelijk van deze transporten. In 2011 werden in België ongeveer 8 miljoen ton goederen via het verspreid vervoer getransporteerd van en naar ruim 300 industriële sites. Een performant netwerk voor verspreid vervoer is ook een troef voor de concurrentiepositie van de Belgische maritieme havens en Antwerpen in het bijzonder.
De beslissing om het verspreid vervoer (deels) stop te zetten zou een directe impact hebben op de werking en toekomst van industriële sites in de (petro)chemie en metaalindustrie, de concurrentiepositie van de zeehavens, de investeringen in België, de werkgelegenheid en de uitstoot van zwavel en CO2 (zon 105.000 ton per jaar omwille bijkomend wegvervoer). Zonder actie van de overheid krijgt de Belgische economie een zware schok te verwerken, zonder nog maar te spreken over de impact op veiligheid, leefmilieu en mobiliteit.
../..
2/3
Haven van Antwerpen, Eddy Bruyninckx, CEO van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en Alfaport, Stephan Vanfraechem, directeur beleid en public affairs
De sector van het verspreid spoorvervoer is van bijzonder groot belang voor het economisch weefsel in de haven. Het verspreid vervoer laat toe om productieprocessen flexibel te organiseren en de beschikbaarheid van deze spooractiviteit is van kapitaal belang bij investeringsprocessen rond nieuwe productielijnen en voor de vestigingskeuze van bepaalde logistieke bedrijven. Deze sector speelt in de haven van Antwerpen een sleutelrol bij het functioneren van de havenindustrie en het behoud van een aantal cruciale trafieken zoals staal en chemie.
essenscia, federatie van de chemische industrie en life sciences, Yves Verschueren,
Gedelegeerd bestuurder
Het goederenvervoer per spoor is van strategisch belang voor de chemische industrie in ons land. Omwille van de logistieke draaischijf die Vlaanderen en België is voor de Europese chemische industrie, heeft essenscia haar engagement reeds getoond door te participeren in de oprichting van de nv Antwerp Railport. De tijdelijke subsidies voor verspreid vervoer zijn echter nog steeds noodzakelijk in afwachting van een geschikte partner voor NMBS Logistics. Een performante logistiek is cruciaal voor de chemie om haar positie als sterkhouder van de Belgische industrie in de toekomst te kunnen behouden. De continuïteit van het verspreid vervoer is daarom ook een belangrijk dossier van de High Level Group Chemie tussen essenscia en de federale regering.
Staalindustrie Verbond (GSV), Robert Joos, General Manager
De staalnijverheid bevindt zich in het middelpunt van de industriële activiteit. Haar jaarlijks zakencijfer van ongeveer 9 miljard euro en het volume van zijn verzendingen, 9 miljoen ton in 2011, bevestigen het belang van de sector. Voor het vervoer van goederen doet de staalnijverheid een beroep op het spoor, zowel voor de bevoorrading als voor de verzending naar het cliënteel van verbruikers. Omwille van de parcellering en de concentratie van de productie op de meest aangewezen sites is het vervoer tussen de sites constant in ontwikkeling. Hierdoor is een toename van de vraag naar geïsoleerde wagons onvermijdelijk. De staalsector volgt dan ook van zeer nabij de ontwikkelingen bij de aan gang zijnde reorganisatie binnen de NMBS en zijn filiaal NMBS Logistics. Onze aandacht gaat meer in het bijzonder naar de toekomst van het verspreid vervoer. De ondernemingen van onze sector worden geconfronteerd met een toegenomen concurrentie en oriënteren zich daarom meer en meer naar producten met een hogere toegevoegde waarde, die minder belangrijke volumes betreffen. De vraag naar geïsoleerde wagons wordt zo geïntensifieerd, ook omdat het cliënteel binnen strikte termijnen wil bevoorraad worden, wat past in hun politiek van vermindering van de stocks. Het spoor vervoer vervult een cruciale rol in de bevoorrading van onze fabrieken en de verzending van hun producten. De goede werking van deze transporten verreist een competitieve prijs evenals een goede kwaliteit van de dienstverlening, met inbegrip van de traceerbaarheid en de beschikbaarheid van voldoende capaciteiten. Een beperking, en zeker het quasi verdwijnen van het verspreid vervoer, zou onze ondernemingen ertoe verplichten zich naar andere transportmodi te richten, meer bepaald het wegvervoer. Een dergelijke evolutie zou o.m. in flagrante tegenspraak zijn met een omschakeling in omgekeerde zin van de weg naar het spoor die wordt aangemoedigd omwille van het leefmilieu en een vlotter verkeer op de weg. Een vermindering van de beschikbaarheid van het spoor zou de werking belemmeren van de ondernemingen in de staalnijverheid, evenals van de industriële sites in het algemeen wat tot een delokalisatie van de activiteiten kan leiden. Om het verdwijnen van het verspreid vervoer te voorkomen zijn subsidies van de overheid dus onontbeerlijk.voorkomen zijn subsidies van de overheid dus onontbeerlijk.
3/3
Haven van Gent, Daan Schalck, CEO: Containervervoer verhuist mogelijk
De stopzetting van de steun die sinds 2005 werd toegekend voor het gecombineerd vervoer (containervervoer) slaat vooral op het National Rail Container Netwerk (Narcon), dat volumes van Antwerpen en Zeebrugge combineert en alle kaaien van de havens verbindt met belangrijke distributieplatformen in Europa (Duisburg, Athus, Straatsburg, ). Studies tonen aan dat het stopzetten van de subsidie zou leiden tot een verdwijning van het binnenlands spoorvervoer, wat nefast is voor de concurrentiepositie van de havens, en tot een verschuiving naar het wegvervoer, wat onmiddellijk leidt tot bijkomende congestie op de reeds dichtgeslibde wegen. Bovendien zal een afbouw van Narcon resulteren in een verhuizing van ladingsstromen van Zeebrugge en Antwerpen naar buitenlandse havens, met nefaste gevolgen voor de tewerkstelling in ons land.
Haven Zeebrugge, Joachim Coens, Gedelegeerd Bestuurder MBZ
Door het schrappen van de spoorsubsidie vrezen we dat onze trafieken zullen verhuizen van het spoor naar de weg, of erger, dat ze zullen verhuizen naar andere havens. Door het ontbreken van een volwaardige binnenvaartverbinding, is Zeebrugge vooral aangewezen op het spoor als ecologische transportmodus. De toekomst van de Zeebrugse containertrafiek komt bijgevolg zwaar onder druk te staan.
CMA CGM Belgium, Eugène Vanfleteren, CEO
Dankzij aantrekkelijke intermodale spoorproducten zijn de reders er in geslaagd om honderdduizenden zeecontainers die via de Vlaamse zeehavens aankomen of verscheept worden, van de weg over te brengen naar het spoor. Verhoogde intermodale spoortarieven gaan met zekerheid de klok weer terugdraaien. De reders zullen zich verplicht zien om voor de lokale markt weer over te gaan tot unimodaal wegvervoer, of zullen voor het verdere hinterland (oa. Duisburg/Elzas etc) kiezen voor een kosten efficiënt multimodaal alternatief dat de haven van Rotterdam aanbiedt met haar uitgebreid netwerk via spoor & binnenvaart. Deze containers gaan dan niet enkel verloren voor onze eigen zeehavens en logistieke dienstverleners (expediteurs en douaneagenten), maar zullen ook door buitenlandse transportbedrijven vervoerd worden.
Terminal Container Athus, Alain Rysman, General manager
Wij verzenden jaarlijks ongeveer 50.000 maritieme containers via het spoor voor een totaal volume van 70.000 containers die behandeld worden op de terminal. Deze volumes vertegenwoordigen 180 directe en indirecte jobs. De spooroplossingen die we gebruiken hebben reeds gedurende vele jaren hun nut bewezen, zowel op economisch gebied, als op het vlak van het leefmilieu. Deze oplossingen bieden aan onze onderneming een mondiale visibiliteit via ons maritiem cliënteel. De markt en de klanten erkennen de performantie van het systeem. Een bruuske stopzetting van de subsidies veroordeelt de activiteiten van de terminal. Voor Terminal Container Athus betekent dit immers een belangrijke cash drain die er toe zal leiden dat onze financiële reserve op raakt, en op termijn, tot een transfer van 250 containers per dag van het spoor naar de weg tussen Antwerpen en Athus. Het enige mogelijke alternatief voor de opdrachtgevers is dat de containers naar Rotterdam worden gebracht in plaats van naar Antwerpen, onze eigen haven. Een verlening van de financiële ondersteuning is noodzakelijk, zonder dat deze daarom structureel moet worden. Het beëindigen van de subsidiëring moet doordacht gebeuren en moet voorzichtig worden uitgevoerd. De onzekerheid die reeds gedurende enkele maanden leeft op de markt is nu reeds nefast en heeft nu al geleid tot een daling van de getransporteerde volumes.
Bron: politics.be
Voor de begrotingsronde lag een voorstel op tafel waar een politiek akkoord over was; desondanks worden de steunmaatregelen stopgezet. De havens, de havenbedrijven, de terminals, de industrie en de spooroperatoren zijn hierover verbaasd en teleurgesteld. Dit wijst volgens hen op een onderschatting van het belang van het spoor voor de Belgische economie.
Subsidiëring van het verspreid vervoer gedurende 6 maanden is onvoldoende
Sinds het begin van dit jaar heeft de Belgische overheid een subsidie toegekend voor het verspreid vervoer*, eerst voor 2 maanden, daarna opnieuw voor 4 maanden, om op die manier de omstandigheden te creëren om deze activiteit rendabel te maken. Aan de toekenning van deze steun werden op dat moment immers een aantal voorwaarden verbonden. Spooroperatoren die subsidies genoten, moesten de efficiëntie van hun activiteiten verbeteren en structurele oplossingen voorzien om rendabel te worden. De spooroperatoren hebben belangrijke inspanningen geleverd en positieve resultaten geboekt. Een transitieperiode van zes maanden is echter te kort om een ingrijpende omslag te kunnen realiseren. Het gaat immers om belangrijke ingrepen die een mogelijke impact hebben op de werking van de industriële klanten en die niet van de ene dag op de andere kunnen worden doorgevoerd.
Verspreid vervoer is cruciaal voor de industrie
Hoewel het verspreid vervoer voor 90% internationaal is, is het cruciaal voor belangrijke onderdelen van de Belgische economie. Vooral de (petro)chemie en metaalindustrie in België zijn sterk afhankelijk van deze transporten. In 2011 werden in België ongeveer 8 miljoen ton goederen via het verspreid vervoer getransporteerd van en naar ruim 300 industriële sites. Een performant netwerk voor verspreid vervoer is ook een troef voor de concurrentiepositie van de Belgische maritieme havens en Antwerpen in het bijzonder.
De beslissing om het verspreid vervoer (deels) stop te zetten zou een directe impact hebben op de werking en toekomst van industriële sites in de (petro)chemie en metaalindustrie, de concurrentiepositie van de zeehavens, de investeringen in België, de werkgelegenheid en de uitstoot van zwavel en CO2 (zon 105.000 ton per jaar omwille bijkomend wegvervoer). Zonder actie van de overheid krijgt de Belgische economie een zware schok te verwerken, zonder nog maar te spreken over de impact op veiligheid, leefmilieu en mobiliteit.* Het verspreid vervoer is een geïntegreerd transportsysteem om, door het samenbrengen van volumes van verschillende klanten, per klant een relatief klein aantal wagons te vervoeren via het spoor. Door het hoge aantal noodzakelijke rangeeroperaties en lokale bedieningen is dit een arbeidsintensieve dienst, waarvoor voldoende schaal nodig is. De complexiteit van het verspreid vervoer is de reden dat het ondersteund wordt door de overheden van Zwitserland en Oostenrijk, maar ook dat het in vele andere Europese landen afgebouwd is (Frankrijk, Spanje, Italië).
PERSBERICHT
Competitiviteit havens en concurrentiepositie van België als logistieke hub in gevaar en industrie zwaar onder druk
Brussel, 5 juli 2013 - Eind juni zijn de subsidies voor het gecombineerd en het verspreid vervoer stopgezet. Dat heeft belangrijke gevolgen voor het spooraanbod in België.
Politiek akkoord, maar voorstel niet gestemd
De overheid erkent de noodzaak om het spoorvervoer te ondersteunen en bevestigt dat, gelet op de strenge milieu- en veiligheidsnormen, goederen beter per trein dan per vrachtwagen vervoerd kunnen worden. Door het toekennen van de subsidies begin dit jaar gaf de overheid tevens aan dat de omstandigheden moeten gecreëerd worden om het spoorvervoer rendabel te maken.
Voor de begrotingsronde lag een voorstel op tafel waar een politiek akkoord over was; desondanks worden de steunmaatregelen stopgezet. De havens, de havenbedrijven, de terminals, de industrie en de spooroperatoren zijn hierover verbaasd en teleurgesteld. Dit wijst volgens hen op een onderschatting van het belang van het spoor voor de Belgische economie.
Subsidiëring van het verspreid vervoer gedurende 6 maanden is onvoldoende
Sinds het begin van dit jaar heeft de Belgische overheid een subsidie toegekend voor het verspreid vervoer*, eerst voor 2 maanden, daarna opnieuw voor 4 maanden, om op die manier de omstandigheden te creëren om deze activiteit rendabel te maken. Aan de toekenning van deze steun werden op dat moment immers een aantal voorwaarden verbonden. Spooroperatoren die subsidies genoten, moesten de efficiëntie van hun activiteiten verbeteren en structurele oplossingen voorzien om rendabel te worden. De spooroperatoren hebben belangrijke inspanningen geleverd en positieve resultaten geboekt. Een transitieperiode van zes maanden is echter te kort om een ingrijpende omslag te kunnen realiseren. Het gaat immers om belangrijke ingrepen die een mogelijke impact hebben op de werking van de industriële klanten en die niet van de ene dag op de andere kunnen worden doorgevoerd.
Verspreid vervoer is cruciaal voor de industrie
Hoewel het verspreid vervoer voor 90% internationaal is, is het cruciaal voor belangrijke onderdelen van de Belgische economie. Vooral de (petro)chemie en metaalindustrie in België zijn sterk afhankelijk van deze transporten. In 2011 werden in België ongeveer 8 miljoen ton goederen via het verspreid vervoer getransporteerd van en naar ruim 300 industriële sites. Een performant netwerk voor verspreid vervoer is ook een troef voor de concurrentiepositie van de Belgische maritieme havens en Antwerpen in het bijzonder.
De beslissing om het verspreid vervoer (deels) stop te zetten zou een directe impact hebben op de werking en toekomst van industriële sites in de (petro)chemie en metaalindustrie, de concurrentiepositie van de zeehavens, de investeringen in België, de werkgelegenheid en de uitstoot van zwavel en CO2 (zon 105.000 ton per jaar omwille bijkomend wegvervoer). Zonder actie van de overheid krijgt de Belgische economie een zware schok te verwerken, zonder nog maar te spreken over de impact op veiligheid, leefmilieu en mobiliteit.
../..
2/3
Haven van Antwerpen, Eddy Bruyninckx, CEO van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en Alfaport, Stephan Vanfraechem, directeur beleid en public affairs
De sector van het verspreid spoorvervoer is van bijzonder groot belang voor het economisch weefsel in de haven. Het verspreid vervoer laat toe om productieprocessen flexibel te organiseren en de beschikbaarheid van deze spooractiviteit is van kapitaal belang bij investeringsprocessen rond nieuwe productielijnen en voor de vestigingskeuze van bepaalde logistieke bedrijven. Deze sector speelt in de haven van Antwerpen een sleutelrol bij het functioneren van de havenindustrie en het behoud van een aantal cruciale trafieken zoals staal en chemie.
essenscia, federatie van de chemische industrie en life sciences, Yves Verschueren,
Gedelegeerd bestuurder
Het goederenvervoer per spoor is van strategisch belang voor de chemische industrie in ons land. Omwille van de logistieke draaischijf die Vlaanderen en België is voor de Europese chemische industrie, heeft essenscia haar engagement reeds getoond door te participeren in de oprichting van de nv Antwerp Railport. De tijdelijke subsidies voor verspreid vervoer zijn echter nog steeds noodzakelijk in afwachting van een geschikte partner voor NMBS Logistics. Een performante logistiek is cruciaal voor de chemie om haar positie als sterkhouder van de Belgische industrie in de toekomst te kunnen behouden. De continuïteit van het verspreid vervoer is daarom ook een belangrijk dossier van de High Level Group Chemie tussen essenscia en de federale regering.
Staalindustrie Verbond (GSV), Robert Joos, General Manager
De staalnijverheid bevindt zich in het middelpunt van de industriële activiteit. Haar jaarlijks zakencijfer van ongeveer 9 miljard euro en het volume van zijn verzendingen, 9 miljoen ton in 2011, bevestigen het belang van de sector. Voor het vervoer van goederen doet de staalnijverheid een beroep op het spoor, zowel voor de bevoorrading als voor de verzending naar het cliënteel van verbruikers. Omwille van de parcellering en de concentratie van de productie op de meest aangewezen sites is het vervoer tussen de sites constant in ontwikkeling. Hierdoor is een toename van de vraag naar geïsoleerde wagons onvermijdelijk. De staalsector volgt dan ook van zeer nabij de ontwikkelingen bij de aan gang zijnde reorganisatie binnen de NMBS en zijn filiaal NMBS Logistics. Onze aandacht gaat meer in het bijzonder naar de toekomst van het verspreid vervoer. De ondernemingen van onze sector worden geconfronteerd met een toegenomen concurrentie en oriënteren zich daarom meer en meer naar producten met een hogere toegevoegde waarde, die minder belangrijke volumes betreffen. De vraag naar geïsoleerde wagons wordt zo geïntensifieerd, ook omdat het cliënteel binnen strikte termijnen wil bevoorraad worden, wat past in hun politiek van vermindering van de stocks. Het spoor vervoer vervult een cruciale rol in de bevoorrading van onze fabrieken en de verzending van hun producten. De goede werking van deze transporten verreist een competitieve prijs evenals een goede kwaliteit van de dienstverlening, met inbegrip van de traceerbaarheid en de beschikbaarheid van voldoende capaciteiten. Een beperking, en zeker het quasi verdwijnen van het verspreid vervoer, zou onze ondernemingen ertoe verplichten zich naar andere transportmodi te richten, meer bepaald het wegvervoer. Een dergelijke evolutie zou o.m. in flagrante tegenspraak zijn met een omschakeling in omgekeerde zin van de weg naar het spoor die wordt aangemoedigd omwille van het leefmilieu en een vlotter verkeer op de weg. Een vermindering van de beschikbaarheid van het spoor zou de werking belemmeren van de ondernemingen in de staalnijverheid, evenals van de industriële sites in het algemeen wat tot een delokalisatie van de activiteiten kan leiden. Om het verdwijnen van het verspreid vervoer te voorkomen zijn subsidies van de overheid dus onontbeerlijk.voorkomen zijn subsidies van de overheid dus onontbeerlijk.
3/3
Haven van Gent, Daan Schalck, CEO: Containervervoer verhuist mogelijk
De stopzetting van de steun die sinds 2005 werd toegekend voor het gecombineerd vervoer (containervervoer) slaat vooral op het National Rail Container Netwerk (Narcon), dat volumes van Antwerpen en Zeebrugge combineert en alle kaaien van de havens verbindt met belangrijke distributieplatformen in Europa (Duisburg, Athus, Straatsburg, ). Studies tonen aan dat het stopzetten van de subsidie zou leiden tot een verdwijning van het binnenlands spoorvervoer, wat nefast is voor de concurrentiepositie van de havens, en tot een verschuiving naar het wegvervoer, wat onmiddellijk leidt tot bijkomende congestie op de reeds dichtgeslibde wegen. Bovendien zal een afbouw van Narcon resulteren in een verhuizing van ladingsstromen van Zeebrugge en Antwerpen naar buitenlandse havens, met nefaste gevolgen voor de tewerkstelling in ons land.
Haven Zeebrugge, Joachim Coens, Gedelegeerd Bestuurder MBZ
Door het schrappen van de spoorsubsidie vrezen we dat onze trafieken zullen verhuizen van het spoor naar de weg, of erger, dat ze zullen verhuizen naar andere havens. Door het ontbreken van een volwaardige binnenvaartverbinding, is Zeebrugge vooral aangewezen op het spoor als ecologische transportmodus. De toekomst van de Zeebrugse containertrafiek komt bijgevolg zwaar onder druk te staan.
CMA CGM Belgium, Eugène Vanfleteren, CEO
Dankzij aantrekkelijke intermodale spoorproducten zijn de reders er in geslaagd om honderdduizenden zeecontainers die via de Vlaamse zeehavens aankomen of verscheept worden, van de weg over te brengen naar het spoor. Verhoogde intermodale spoortarieven gaan met zekerheid de klok weer terugdraaien. De reders zullen zich verplicht zien om voor de lokale markt weer over te gaan tot unimodaal wegvervoer, of zullen voor het verdere hinterland (oa. Duisburg/Elzas etc) kiezen voor een kosten efficiënt multimodaal alternatief dat de haven van Rotterdam aanbiedt met haar uitgebreid netwerk via spoor & binnenvaart. Deze containers gaan dan niet enkel verloren voor onze eigen zeehavens en logistieke dienstverleners (expediteurs en douaneagenten), maar zullen ook door buitenlandse transportbedrijven vervoerd worden.
Terminal Container Athus, Alain Rysman, General manager
Wij verzenden jaarlijks ongeveer 50.000 maritieme containers via het spoor voor een totaal volume van 70.000 containers die behandeld worden op de terminal. Deze volumes vertegenwoordigen 180 directe en indirecte jobs. De spooroplossingen die we gebruiken hebben reeds gedurende vele jaren hun nut bewezen, zowel op economisch gebied, als op het vlak van het leefmilieu. Deze oplossingen bieden aan onze onderneming een mondiale visibiliteit via ons maritiem cliënteel. De markt en de klanten erkennen de performantie van het systeem. Een bruuske stopzetting van de subsidies veroordeelt de activiteiten van de terminal. Voor Terminal Container Athus betekent dit immers een belangrijke cash drain die er toe zal leiden dat onze financiële reserve op raakt, en op termijn, tot een transfer van 250 containers per dag van het spoor naar de weg tussen Antwerpen en Athus. Het enige mogelijke alternatief voor de opdrachtgevers is dat de containers naar Rotterdam worden gebracht in plaats van naar Antwerpen, onze eigen haven. Een verlening van de financiële ondersteuning is noodzakelijk, zonder dat deze daarom structureel moet worden. Het beëindigen van de subsidiëring moet doordacht gebeuren en moet voorzichtig worden uitgevoerd. De onzekerheid die reeds gedurende enkele maanden leeft op de markt is nu reeds nefast en heeft nu al geleid tot een daling van de getransporteerde volumes.
Bron: politics.be